(22-7-2018)

In een week waarin de president van de Verenigde Staten het begrip ‘verrader’ naar nieuwe hoogten leek te tillen, las ik de biografie van Philippe Henriot (1889-1944), ook wel de ‘Franse Goebbels’ genoemd. Wat in het verhaal opvalt, is het toenemende radicalisme van deze propagandist voor de collaboratie met Nazi-Duitsland, naarmate de Duitse ‘eindoverwinning’ – door de nederlaag bij Stalingrad en de invasie in Normandië bijvoorbeeld – steeds onwaarschijnlijker wordt. Kennelijk is dat een mechanisme bij radicale geesten – bij dreigende mislukking er nog een schepje op doen. Die Amerikaanse president had er deze week ook last van, toen hij op de vrijwel unanieme kritiek reageerde met gewoon nog een uitnodiging voor zijn Russische collega.
Eigenlijk was die Henriot niet zo’n heel erg interessante figuur, blijkt uit de lezenswaardige biografie die de Franse historicus Christian Delporte aan hem heeft gewijd. In 1932 was de journalist en tweederangs romanschrijver Henriot voor het district Gironde (Bordeaux) verkozen in de Chambre des députés (de Franse tweede kamer, zeg maar), op een conservatief-katholiek programma. Hij bleek in het Franse parlement een gewiekst redenaar, die er met name in slaagde de communisten tot razernij te drijven – niet heel erg bijzonder want in het Franse parlement wordt wat meer geruzied en geroepen dan bij ons.
Zijn liefde voor het fascisme ontstaat geleidelijk. Hij toont zich een bewonderaar van de Italiaanse dictator Mussolini en later van Franco. Een rechtgeaard Frans patriot kan zich echter niet zonder meer tot Hitler bekennen, daar Duitsland immers de erfvijand is. Bovendien moet Henriot een beetje uitkijken in dit verband: hij heeft namelijk, omdat hij een baan had in het katholiek onderwijs, de dienst in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog weten te ontlopen en zijn talrijke politieke vijanden laten niet na, daar regelmatig op te wijzen.
Na de Duitse inval in 1940 wordt Henriot een fervent propagandist van de collaboratie – eerst in de Vichy-zone, in het weekblad Gringoire, en later in het meer radicale weekblad Je suis partout, dat in Parijs verschijnt. Het schijnt dat maarschalk Pétain, die in Vichy de vazalstaat probeert te leiden, niet veel op had met Henriot. Maar zijn toon en aanpak bevallen de Duitsers zeer, waarbij wellicht ook een rol speelt dat Henriot zelfstandig opereert en zich niet aansluit bij een van de vele fascistische partijtjes en bewegingen die elkaar in bezet Frankrijk de tent uitvechten. De retorisch begaafde Fransman valt zelfs in Berlijn een audiëntie van 15 minuten bij Goebbels zelf ten deel.
Henriots grote moment komt in 1943, als de Duitsers hun greep op Frankrijk versterken, en de toch al illusoire zelfstandigheid van de Vichy-vazalstaat verder wordt ingeperkt. Tegen de wil van Pétain wordt Henriot minister van propaganda. Al eerder heeft hij zich laten zien in het uniform van de Milice, de Franse SA die het ondergrondse verzet bestrijdt. Als minister van propaganda spreekt hij maar liefst twee keer per dag een actueel radiocommentaar uit – meestal over de onvermijdelijkheid van de Duitse overwinning en het nieuwe Europa natuurlijk.
Tot de verspreiding – of misschien kun je van populariteit spreken – van die radiopraatjes heeft niet weinig bijgedragen dat Henriot vaak polemiseerde met dingen die op niet-fascistische Franstalige radiostations werden gezegd, met name op het gaullistische Radio Londres. Dat is een grappige overeenkomst met de eveneens veel beluisterde radio-praatjes van de ‘Nederlandse Goebbels’, de voormalige journalist Max Blokzijl, die zijn luisteraars eveneens vaak verwees naar wat op Radio Oranje in Londen te horen was geweest.
Er zijn overigens ook veel verschillen tussen Henriot en Blokzijl. Henriot was veel meer openlijk ideologisch in zijn praatjes, en bovendien een agressieve antisemiet – geen thema in de praatjes van Blokzijl. Maar de strekking van hun werk was natuurlijk vergelijkbaar. Beiden hadden begrepen dat propaganda, om werkzaam te zijn, niet kan volstaan met ongeloofwaardige verzekering van het gelijk van de propagandist. Pas als je aansluit bij wat de luisteraars echt denken of willen horen, wordt het mogelijk hen te infecteren met een defaitistische boodschap.
Een andere overeenkomst is de onverwachte opkomst van beide mannen, die in 1940, eigenlijk tot ieders verrassing, de kans schoon zagen voor een komeetachtige carrière in dienst van de bezetter, en aansluiting bij de macht. Dat laatste, denk ik wel eens, is een verleiding die vooral journalisten bedreigt. Journalistiek is een nederig beroep, waarin je voortdurend aanschurkt tegen mensen met kundigheid of macht, terwijl je zelf nooit meer wordt dan doorgeefluik. Ik kende wel collega’s die daarmee slecht konden leven, en heel graag zelf erkende autoriteit hadden willen zijn.
Henriot en Blokzijl zijn verschillend aan hun eind gekomen. De Fransman werd op 28 juni 1944 door een verzetscommando in het gebouw van zijn eigen ministerie doodgeschoten. Blokzijl – die zelfs na 5 mei 1945 via een radiozender in Duitsland poogde zijn causerieën voort te zetten – werd, als eerste, in de Bijzondere Rechtspleging ter dood veroordeeld en geëxecuteerd.
Het is misschien wat al te somber gedacht, maar ik vroeg me deze week af: wat als Poetin en Trump slagen in hun plannetjes, en Europa een soort Russisch protectoraat wordt aan de rand van het vanuit Moskou gedomineerde Eurazië? Staan er dan bij ons weer lieden op om die situatie te verdedigen en een beroep te doen op ons defaitisme? Dat lijkt zeer waarschijnlijk. We weten nog niet wie dat zullen zijn natuurlijk – maar in de geschiedenis slaat af en toe het uur van de verrader.
Christian Delporte: Philippe Henriot. La résistible ascension d’un provocateur. Flammarion 2018.
Over Max Blokzijl verscheen in 1988 een erg interessante biografie van René Kok (van het NIOD): Max Blokzijl, stem van het nationaal-socialisme, Sijthoff 1988.
Afbeelding boven: Philippe Henriot in zijn werkkamer op het ministerie, met achter zich een portret(je) van maarschalk Pétain. Afbeelding onder: op de dag voor zijn liquidatie, 27 juni 1944, zwaait Henriot in Parijs een trein met vrijwilligers uit, die in Duitsland gaan werken.

Geef een reactie