Oorlog zit in een klein hoekje

(10-7-2016)

Toen in 2005 in Nederland de nieuwe Europese grondwet aan een referendum werd onderworpen, was de Nederlandse regering nogal verlegen om argumenten vóór. Ik herinner me een meeting waarbij de staatssecretaris voor Europese Zaken, Atzo Nicolaï, met begeestering sprak over het vele goede werk dat Europa verrichtte op het gebied van controle op de kwaliteit van zwemwater en voedselveiligheid. In de zaal stond iemand op die zei dat hij al jaren het zwembad bezocht en regelmatig boodschappen deed bij Albert Heyn, tot zijn volledige tevredenheid en zonder ook maar in het minst behoefte te voelen aan Europese inmenging op dit gebied. Daar had de staatssecretaris eigenlijk geen antwoord op.

Een andere politicus – naar ik meen minister van justitie Piet Hein Donner, maar ik kan me vergissen – kwam met een meer traditioneel argument: dat de Europese eenwording toch maar mooi vrede had gebracht in Europa, een eind met name aan de Duits-Franse tegenstelling die een van de belangrijkste motoren achter twee Wereldoorlogen was geweest. Ik herinner me dat dit argument sommige van mijn collega’s op de politieke redactie van NRC Handelsblad, waar ik toen werkte, tot grote vrolijkheid stemde. Oorlog – het idee! Belachelijk om met zoiets archaïsch aan te komen!

Dat ik die indruk niet deelde, was misschien vooral het resultaat van toeval. Ik had in ex-Joegoslavië in de jaren negentig de oorlog zien ontstaan en ervaren hoe makkelijk het tot een ‘Unwertung aller Werte’ kan komen die oorlog mogelijk maakt. Oorlog zit in een klein hoekje. Inderdaad lijkt het buitengewoon onwaarschijnlijk dat Frankrijk en Duitsland in de naaste toekomst andermaal ten strijde trekken voor de heerschappij over Elzas-Lotharingen. En ik heb als student eens meegewerkt aan een cabaretvoorstelling, waarvan het succesnummer een liedje was waarin een Nederlands bataljon wielrijders België heroverde – geen slecht idee misschien, maar inderdaad niet zeer realistisch.

Maar aan de andere kant: als je de hysterische nostalgie bij rechts in Hongarije over de thans tot de buurlanden behorende delen van de Hongaarse natie ziet, slaat de schrik je om het hart. En aan de rand van Europa is oorlog allang een feit – bijvoorbeeld door de Russische doctrine dat alle gebieden waar Russen wonen eigenlijk tot de Russische staat zouden moeten behoren. De oude pretentie van de natiestaat, dat eigenlijk alle volksgenoten in één land zouden moeten leven en er in dat land eigenlijk niet of nauwelijks plaats is voor anderen dan volksgenoten, is zeker niet dood – in Oost-Europa, Anatolië, Catalonië of sommige delen van Duitsland. Zulke gedachten behoeven eigenlijk voortdurende beteugeling – en de Europese Unie is, of was, daarvoor een goed instrument.

Dat zo weinig Nederlanders zich bij het begrip ‘oorlog’ nog iets kunnen voorstellen, heeft er natuurlijk mee te maken dat het al zo lang vrede is – als je tenminste niet als Nederlands soldaat in den vreemde hebt gediend. Ook is de dienstplicht afgeschaft, waarin je althans een aantal maanden van je leven indringend met het instituut oorlog werd geconfronteerd. De herinnering aan de Tweede Wereldoorlog als militair conflict is geweken voor andere aspecten van de bezetting. Onze koloniale oorlogen – de laatste waren de zogeheten Politionele acties in Indonesië en de halfhartige pogingen om Nieuw-Guinea uit de klauwen van Soekarno te houden – zijn met succes verdrongen. Ik diende in de jaren zeventig onder een oudere beroeps-onderofficier, die mij eens vertelde over het overvolle transportschip waarmee hij in 1962 naar Nederland was teruggekeerd: de jongens die in de tropen gek waren geworden, vertelde hij, waren aan dek in kooien ondergebracht, omdat de manschappen benedendeks teveel last zouden hebben van hun geschreeuw. 

Dat zo weinig levende Nederlanders zich nu zulke gruwelen goed kunnen voorstellen, en dat ook de hele gedachte dat je het leven veil moet hebben voor de verdediging van eigen land of leefwijze hun als iets bizars voorkomt, is op zich verheugend: de beschaving lijkt de oorlog als optie of werkelijkheid te hebben teruggedrongen, althans in de mentale structuur van Nederlanders. Dat is niet altijd zo geweest. Modern historisch onderzoek heeft de afgelopen jaren aangetoond dat de Eerste Wereldoorlog veel meer indruk heeft gemaakt in Nederland, dan je op grond van onze neutrale status misschien had kunnen aannemen (en ook lang werd beweerd). Maar los daarvan is de beschaving ook niet uit het niets gekomen: vanaf de tweede helft is er, met vredesconferenties, volkenrechtelijke initiatieven en wat al niet gestreefd naar beteugeling van de oorlog – niet louter door bevlogen pacifistische idealisten, maar door lieden die wisten wat oorlog was.

Een Nederlander die in dat opzicht zijn steentje heeft bijgedragen is de Nederlandse arts Arius van Tienhoven (1886-1965). Spoedig na zijn afstuderen vertrok hij in 1912 op eigen houtje naar de Servische hoofdstad Belgrado, na het uitbreken van wat later de Eerste Balkan-oorlog zou gaan heten. Spoedig volgde een delegatie van het Nederlandse Rode Kruis – met een van de verpleegsters zou Van Tienhoven later in het huwelijk treden. Ook in de Tweede Balkan-oorlog was hij present. En na 1914, bij het begin van de Eerste Wereldoorlog was Van Tienhoven actief in Valjevo, een stad in het Noorden van Servië die op zeker moment in de oorlog door de Oostenrijkers werd veroverd en later weer in Servische handen kwam. In 1993 heb ik voor NRC Handelsblad een reportage uit Valjevo gemaakt – het bleek dat Van Tienhoven daar nog steeds een lokale held was, vooral bekend omdat hij in 1915 leiding had gegeven aan de bestrijding van een epidemie van vlektyfus. 

In drie oorlogen dus fungeerde Van Tienhoven op vrijwillige basis als oorlogschirurg, wat naar zijn eigen weergave neerkwam op veel amputeren onder soms primitieve medische omstandigheden. Hij schreef over zijn belevenissen ook artikelen, aanvankelijk voor de Telegraaf en de Nieuwe Rotterdamse Courant, later ook voor het Algemeen Handelsblad. Daarnaast was hij een fotograaf, die zijn belevenissen achter het front documenteerde. De onvolprezen Koninklijke Bibliotheek in Den Haag heeft op zijn website nu in digitale vorm drie fotoalbums toegankelijk gemaakt, die door Van Tienhovens kleinkinderen aan de KB zijn geschonken. Uit die foto’s blijkt zijn engagement. Want niet alleen documenteert Van Tienhoven het soms schilderachtige karakter van de Servische samenleving en strijdkrachten, hij heeft ook een verontwaardigd oog voor de door de Oostenrijkers in 14/15 begane oorlogsmisdaden. Er zijn foto’s van beestachtig vermoorde Servische burgers, en eveneens vermoorde krijgsgevangenen. Bijzondere aandacht heeft Van Tienhoven voor de gevolgen van het Oostenrijks gebruik van ontplofbare kogels, waarvan het gebruik overigens al in 1868 in de Verklaring van St.Petersburg – een van de eerste pogingen tot reglementering van het instituut oorlog na de slachtpartijen van de Krim-oorlog – verboden was.

Het zijn voor een deel zeer gruwelijks foto’s die in de albums staan. Zo gruwelijk zelfs dat de KB een ervan digitaal onzichtbaar heeft gemaakt. Dat lijkt me, vanuit het oogpunt van historische authenticiteit, een enigszins merkwaardige beslissing. Maar begrijpelijk is het wel. De foto toont een rijtje lijken van oude vrouwen die door de Oostenrijkers zijn ontkleed en verkracht, en bij wie de borsten zijn afgesneden – een van de lijken ligt er bovendien wijdbeens bij. Dat ik dat weet, komt omdat de foto in 1915 is afgedrukt in het boek ‘De gruwelen van den oorlog in Servië’, een oorlogsdagboek van Van Tienhoven, naverteld door de destijds beroemde NRC-journalist M.J. Brusse, dat ik in mijn  bezit heb. De foto in kwestie bevindt  zich dus al langer in het publieke domein, wat de voorzichtigheid van de KB nog iets opmerkelijker maakt. 

Van Tienhoven was geenszins de enige buitenlandse medicus die zich in de genoemde oorlogen ‘in harms way’ begaf. Met name in Valjevo waren na 1914 nog andere artsen en verplegers uit het buitenland bezig. Médecins sans frontières had vele voorlopers. En Human Rights watch en soortgelijke organisaties die proberen te documenteren wat er precies gebeurt in een oorlog trouwens ook. In 1993, toen de oorlog in ex-Joegoslavië volop aan de gang was heeft de Amerikaanse Carnegie Endowment for International Peace (die ooit in Den Haag het Vredespaleis schonk aan de internationale gemeenschap) een nieuwe uitgave verzorgd van het rapport dat een internationale onderzoekscommissie van deze organisatie in 1914 het licht had doen zien. Het rapport gaat over de Eerste en de Tweede Balkanoorlog – hoe ze ontstonden, wat er precies gebeurde, wat de gevolgen waren voor infrastructuur en bevolking, en hoe ze misschien voorkomen hadden kunnen worden. De befaamde Amerikaanse diplomaat George Kennan (1904-2005) schreef er in 1993 een nieuwe inleiding bij, over de noodzaak om, als de oorlog van de jaren negentig eenmaal voorbij zou zijn, tot een nieuwe territoriale status quo op de Balkan te komen.

Zulke ideeën over de toekomst hoor je eigenlijk zelden over de oorlogen die ons nu bezig houden – over Libië en het oosten van Oekraïne misschien nog een beetje, maar voor wat betreft Syrië, Irak en het oosten van Turkije is er voor zover ik weet nauwelijks iemand die met droge ogen een plan voor de staatkundige toekomst naar voren brengt. Toch zullen ook deze oorlogen eens allemaal voorbij zijn. Tot die tijd zullen we als West-Europeanen eraan moeten wennen dat oorlog ook voor ons weer een levende realiteit is geworden. 

De fotoalbums van Van Tienhoven zijn hier te zien.

Mijn eigen reportage uit Valjevo uit NRC Handelsblad d.d. 12-06-1993.

The other Balkan Wars. A 1913 Carnegie Endowment in Retrospect. Washington 1993.

Afbeeldingen zijn van Van Tienhoven: De verbandkamer van het ziekenhuis in Valjevo (boven), en de vlucht per trein uit Valjevo voor de oprukkende Oostenrijkse troepen (onder). Beide foto’s uit 1915.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: