Overleven in een tijd waarin de mens de mens een wolf is

Halverwege het boek werd het deze lezer even te machtig en moest ik het een dagje wegleggen. Pieter van Os vertelt in ‘Liever dier dan mens’ het ‘overlevingsverhaal’ van de tegenwoordig in Amstelveen woonachtige Mala Shlafer, alias Mala Rywka Kizel, zonder enig pathos, op de nieuwsgierige toon van iemand die probeert na te gaan of er van het verleden ergens nog iets valt terug te vinden en te verifiëren. Des te harder komt haar verhaal aan: met name de wreedheden en mensenvernietiging volgens het ‘Generalplan Ost’ waarmee de nazi’s ruimte wilden maken voor Duitsers in wat kort daarvoor nog Polen was.

Soms krijg je uit Van Os’ boek de indruk alsof de moord op Joden, het uit de weg ruimen van elke Jood de centrale gedachte was van talloze Polen, Duitsers, Oekraïners, katholieken en nationalisten van allerlei slag. Secuur beschrijft Van Os wat Mala allemaal overkomt. Hij doet zijn best duidelijk uit te leggen wat nu precies de situatie ter plekke was – door de plaatsen en mensen die de vrouw in Amstelveen zich herinnert te bezoeken en met overlevenden te spreken, voor zover dat mogelijk is, en door het raadplegen van historische studies en andere gepubliceerde bronnen.

De overlevingsgeschiedenis van Mala grenst aan het ongelofelijke. Zij wordt in de jaren twintig geboren in een vroom Joods gezin in Polen, maar leert op school – naast haar moedertaal Jiddisj – ook goed Pools. Dat zal haar nog goed van pas komen, net als het feit dat ze blond is en uiterlijk geen zeer Joodse indruk maakt. Nadat de nazi’s de Joden in Warschau in een getto bijeen gebracht hebben – om hen daar voorafgaand aan de uiteindelijke deportatie naar de vernietigingskampen op hongerrantsoenen te laten verkommeren – is Mala actief in de smokkel van eten – kinderen kunnen aanvankelijk nog het getto in en uit kruipen.

Op een dag kan ze echter niet meer terug het getto in. Dan begint een avontuurlijke zwerftocht door wat nu Polen of Oekraïne is, die haar later ook dieper Duitsland in en tenslotte, na de oorlog, naar Israël zal voeren. Het is aanvankelijk een verhaal van onderduiken bij boeren – sommigen met mededogen, anderen antisemieten die op geld uit zijn – en het gebruik van andere namen. Mala slaagt erin voor Poolse, en later zelfs voor ‘Volks-Duitse’ door te gaan.

In Duitsland komt zij terecht door zich, als Poolse, vrijwillig te melden voor arbeid in Duitsland. Op die manier ontsnapt ze de streken aan het Oostfront waar de massaslachtingen plaatsvinden. Het verblijf in Duitsland levert voor de jonge vrouw weer andere problemen op, die vaak op haar persoonlijke loyaliteiten betrekking hebben. Een vriendelijke priester geeft haar zonder verdere vragen een doopbewijs, wat als verraad aan het jodendom aanvoelt. Ze wordt smoorverliefd op een jonge Duitse ingenieur, die ze – tot op heden – als de grote liefde in haar leven ziet, maar aan wie ze, voordat ze in de woelingen van de geschiedenis met hem het contact verloor, nooit heeft kunnen vertellen dat ze geen Volks-Duitse was, maar Joods.

Ook andere Duitsers die haar vriendelijk bejegenen en met wie ze een band opbouwt, zijn trouw aan het vaderland en de nazi-ideologie, inclusief antisemitisme. Ze slaapt liefst alleen, omdat een Oekraïense dwangarbeider haar heeft verraden nadat hij haar in de slaap Jiddisj hoorde praten. Andere Duitsers, die nog nooit een Jood hebben gezien of gehoord in hun leven, zien haar Jiddisje accent voor een Duits dialect aan. Na de bevrijding gaat ze terug naar Polen, om daar uit te vinden dat van haar familie vermoedelijk niemand overleefd heeft.

Mala’s overlevingsverhaal is spectaculair en Van Os vertelt het in extenso, met veel oog voor detail. Het verhaal van de systematische uitroeing van mensen in wat de door Van Os veelvuldig aangehaalde, Amerikaanse historicus Timothy Snyder de ‘Bloodlands’ heeft genoemd, is in grote lijnen wel bekend, maar blijft schokkend, wanneer het – zoals hier – zo op micro-niveau verteld wordt. Sommige elementen uit Mala’s levensverhaal zijn voor mij overigens helemaal nieuw. Dat geldt bijvoorbeeld voor de pogingen om na de oorlog in Polen weer een nieuwe Joodse gemeenschap op te bouwen in de stad Walbrzych – een initiatief dat al vlug strandt in het licht van nieuwe manifestaties van Pools antisemitisme, onder andere de pogrom van Kielce.

De huidige Poolse regering wil aan dat Poolse antisemitisme niet herinnerd worden, maar Van Os’ boek staat vol met schokkende voorbeelden van Jodenhaat onder etnisch-Polen en de moorddadigheid die daarbij hoort. De auteur laat bij zijn feitenrelaas trouwens geen enkel heilig huisje overeind. Zo beschrijft hij hoe, als Mala eenmaal Israël bereikt heeft, de arabische bevolking wordt verdreven uit een stadje in de buurt van Tel Aviv. Geweld en de etnische zuiveringen zijn niet opgehouden met de geallieerde overwinning op Hitler-Duitsland.

Van Os vertelt het verhaal van Mala zonder grote woorden, zonder een moralistische ondertoon en ook zonder effectbejag. Misschien is dat ook wel de manier waarop Mala zelf hem haar verhaal heeft verteld – als een feitelijk, min of meer voor zichzelf sprekend relaas uit een wereld waar de mens de mens een wolf is, en waarin zij zelf overleefd heeft. Wat dit boek zo verpletterend en verontrustend maakt is – denk ik = juist die vanzelfsprekendheid. Wie, zoals ik of Van Os, na 1945 is opgegroeid in West-Europa heeft een historisch gezien ongekende periode van vrede en veiligheid meegemaakt, waarin belevenissen als die van Mala een echo van een verdwenen wereld en een ver verleden leken. Dat hoeft echter niet zo te blijven.

Pieter van Os: Liever dier dan mens. Prometheus 2019

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: