Berlijn – Nieuw Jeruzalem of Hoer van Babylon

De wereldstad Berlijn bestaat deze maand honderd jaar. Voor die tijd bestond er ook al een Berlijn natuurlijk, de hoofdstad van Pruissen die na 1871 tevens hoofdstad van het Keizerrijk was geworden. Maar het Berlijn dat we tegenwoordig kennen is een uit de Duitse deling in 1989 herrezen stad: ‘Gross Berlin’. Dat is een schepping van de Weimar-republiek, de eerste democratische staat op Duitse bodem. Op 1 oktober 1920 werden bij wet maar liefst 94 gemeenten tot één Berlijn aangesmeed. Daaronder waren steden: Berlijn, Charlottenburg, Köpenick, Lichtenberg,, Neukölln, Schöneberg, Spandau, Wilmersdorf. Maar ook tientallen kleinere bestuurlijke eenheden. Groot-Berlijn kon gaan ‘boomen’: het inwonertal steeg in de jaren Twintig van 450.000 tot 4,3 miljoen.

Zoals de Duitse historicus Kai-Uwe Merz opmerkt in zijn aardige ‘Vulkan Berlin’, een beknopte cultuurgeschiedenis van de stad in de jaren Twintig, heeft ons beeld van Berlijn van de Weimar-tijd zulke mythische proporties aangenomen, dat nog maar moeilijk is uit te maken hoe het was om er te leven. Veel komt ons nu spannend en begerenswaardig voor.

De vrijmoedigheid op het gebied van de zeden bijvoorbeeld: burgerlijke taboes op het gebied van seks sneuvelden bij bosjes. In het uitgaansleven leek zo’n beetje alles mogelijk, van homo- en lesbo-bars tot blote revues en schilderachtige seksclubs. Vrouwen hadden stemrecht en wierpen zich met kortgeknipte ‘Bibi’-hoofden in het uitgaansleven waar sexy dansvormen als de ‘shimmy’ heel gewoon waren. Cocaïne was vrij verkrijgbaar. Nieuwe kunstvormen en architectuur en theater bloeiden. Berlijn stond gelijk met de moderniteit, in al zijn verschijningsvormen. ‘Tempo’ was het sleutelbegrip in het leven in Berlijn – de meest ‘Amerikaanse’ stad van Europa. Een stad van tientallen theaters en bioscopen, radio en honderden dagbladen.

Maar naast dit beeld van een ‘Nieuw Jeruzalem’, de stad waarin alle dromen in vervulling konden gaan, staat dat van de ‘Hoer van Babylon’. In al die eindeloze straten met huurkazernes werd maar al te vaak honger geleden, en de weg naar boven was open, maar keihard – in een mate die wij, kinderen van Europese verzorgingsstaten, ons nog maar moeilijk kunnen voorstellen.

Het was ook een naar hedendaagse maatstaven zeer gewelddadige stad. In 1918 werd er in de straten met scherp geschoten toen de sociaal-democratische stadsbestuurders de ultra-linkse Spartakisten-opstand onderdrukten. In de jaren vóór de Nationaal-Socialistische machtsovername van 1933 waren straatgevechten tussen linkse Rotfront-aanhangers en rechtse nazi’s aan de orde van de dag. En steeds waren er vele politieke en criminele liquidaties. Corruptie en politieke samenzweringen tierden welig

Maar toch. Zoals Parijs wel geldt als de hoofdstad van de XIX-de eeuw – alle belangrijke materiële vernieuwingen en een nieuw levensgevoel begonnen daar – zo zou je kunnen zeggen dat Berlijn het in zich had de hoofdstad van de XX-ste eeuw te worden. Totdat Adolf Hitler en de zijnen er in 1933 een einde aan maakten en er – uit naam van een heel ander toekomstperspectief – voor zorgden dat de stad in 1945 goeddeels in puin lag.

De mythe van Berlijn in de jaren Twintig komt prachtig naar voren in de Duitse televisieserie ‘Babylon Berlin’, die vanavond (11 oktober) aan zijn derde seizoen op ‘Das Erste’ van de ARD begint. Het is de duurste niet-Engelstalige tv-serie ooit geproduceerd en dat zie je er ook zeker aan af: het straatbeeld, de interieurs, de kleding, de kroegen en nachtclubs – het is allemaal precies wat je je bij het Berlijn van die tijd voorstelt. De ongekende dynamiek van de stad komt in ‘Babylon Berlin’ goed naar voren.

Maar het geniale in de serie is nog eerder de schildering van het geestelijk klimaat in de stad: de mannen die kampen met hun frontervaringen uit de Eerste Wereldoorlog, de vrouwen die hun lijf verkopen om geld te hebben voor een beter leven. Het moderne leven is hard: tegenover nieuwe geneugten en een gevarieerd bestaan, staan nieuwe twijfels en frustraties en bedreigingen, naast de oude zoals seksuele frustratie en economische ondergang.

De bloeitijd van het ‘nieuwe’ Berlijn heeft eigenlijk maar kort geduurd, schrijft de historicus Merz. Pas nadat in 1923 de naoorlogse inflatie is bedwongen, komt de bloei van de stad op gang, met al die culturele, infrastructurele en industriële verworvenheden. Na de beurskrach van 1929 is het eigenlijk alweer voorbij en begint de neergang.

Het Berlijn van nu is nog steeds een boeiende stad, waar veel interessants gebeurt, al hoor je tegenwoordig ook veel klachten over ‘gentrification’ en het verlies van de stedelijke dynamiek waarin na 1989 velen geloofden. Die relatieve dufheid geldt trouwens wel voor heel Duitsland. Dat is weliswaar het economisch machtigste land van Europa, maar voortdurend beducht voor een dynamiek die de rest van de wereld de indruk zou kunnen geven van de herleving van oude machtsaanspraken en hegemonistische bedoelingen. Het Duitsland van nu houdt niet meer zo van avonturen.

Dat is in het verleden ook soms het argument geweest tegen Berlijn als hoofdstad: te avontuurlijk, te dynamisch, te onberekenbaar, te zeer verbonden tegelijkertijd met oude machtsdromen uit Pruissen, Keizertijd of Derde Rijk.

Het had in 1990 maar weinig gescheeld of het parlement van het verenigde Duitsland, de Bondsdag, was in het knusse provinciestadje Bonn gebleven. In 1918, toen de eerste democratische republiek van Duitsland een hoofdstad moest kiezen, speelden soortgelijke bezwaren: het katholieke zuiden zag er weinig heil in, van de voormalige hoofdstad van het militaristische en protestante Pruissen weer de hoofdstad van het hele land te maken. Tal van steden wierpen zich op als nieuwe hoofdstad – zoals het industrie- en zakencentrum Frankfurt am Main. Het was dus geen toeval dat de nieuwe grondwet in 1918 niet in het onrustige Berlijn, maar in het idyllische Weimar werd geproclameerd.

Nee, de hoofdstad van de Europese Twintigste Eeuw is Berlijn niet geworden. Daarvoor heeft het Berlijn uit de mythe te kort bestaan en is de breuk na 1933 te ingrijpend geweest. De moderniteit heeft zich na de Tweede Wereldoorlog enigszins anders voltrokken. Maar de mythe van Berlijn in de jaren Twintig lijkt wel sterker te worden. Niet langer worden die stad en zijn cultuur voornamelijk beschouwd in het licht van hun ondergang, maar eerder als een fascinerende episode en – wie weet – voorbode van wat ons nog te wachten staat.

Kai-Uwe Merz: Vulkan Berlin. Eine Kulturgeschichte der 1920er-Jahre. Elsengold 2020.

De drie seizoenen van de tv-serie ‘Babylon Berlin’ zijn – met Nederlandse ondertitels en tegen een bescheiden vergoeding – te zien op de site van filmdistributeur Lumière:
https://www.lumiereseries.com/nl/series/babylon-berlin

Afbeelding boven: ‘Brandenburger Tor in Berlin’ (1929) van Ernst Ludwig Kirchner (1880-1938). Onder: trailer van seizoen 3 van ‘Babylon Berlin’:

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: