
Normaal gesproken lijkt hun belangstelling toch vooral uit te gaan naar dure restaurants en meisjes met te korte rokjes en te lange benen. Maar in januari 2014 kregen de hogere kaders van de regeringspartij Verenigd Rusland , en de gewestelijke gouverneurs opeens een onverwacht cadeautje van hun hoogste baas, president Vladimir Poetin: een stapeltje vroeg-twintigste eeuwse Russische filosofen uit de (anticommunistische) emigratie, werken van Ivan Iljin, Nikolaj Berdjajev en Vladimir Solovjov. De boodschap: Marx en Engels konden definitief het huis uit, Rusland heeft zijn nieuwe messianistische denkers gevonden.
Michel Eltchaninoff, adjunct-hoofdredacteur van het Franse Philosophie Magazine, maakt zich in zijn boekje In het hoofd van Vladimir Poetin vrolijk over al die grofstoffelijke apparatsjiks die nu plotseling filosofische geschriften tot zich moesten nemen – de hoogste baas had het immers bevolen. Het kost trouwens ook wel een beetje moeite om je Poetin zelf – een op het oog dorre KGB-bureaaucraat met sportieve hobby’s – als denker voor te stellen.
Maar voordat we de filosofie nu als folklore afdoen, en denken dat het Russische autocratische optreden, revanchisme en militarisme van thans louter opportunisme van een kleptocratisch bewind zijn, is het wellicht toch nuttig te kijken wat de door Poetin ten geschenke gegeven filosofen nu eigenlijk beweerd hebben. Zonder uitzondering gaat het daarbij om Rusland als een bezielde, steeds bedreigde entiteit, waar het orthodoxe geloof regeert door middel van een autocratische heerser, en die eigenlijk als enige in de wereld staat voor traditionele morele waarden als geloof, gezin, en natie. En die vooral eeuwigheidswaarde heeft, in tegenstelling tot die verzameling landjes in West-Europa die zich, in al hun morele verwording, moeizame democratie en verwarring, wijsmaken dat ze samen ook een grootmacht in de geschiedenis zouden kunnen vormen – die zijn ten dode opgeschreven en voorbestemd op te gaan in een groter Eurasiatisch geheel waarvan Rusland het centrum vormt.
En dan zijn al die dingen opeens niet meer louter toeval of een tijdelijke gril van een lichtelijk monomane bureaucraat in het Kremlin: niet de verovering van de Krim als – zoals Poetin gezegd heeft – de Russische Tempelberg, niet de campagnes tegen homoseksuelen en andere factoren die het gezin en de openbare moraal in Rusland zouden bedreigen, niet de innige contacten met het Franse Front National of de Hongaarse autocraat Victor Orban en andere reactionaire of extreem-rechtse groeperingen. Er zit systeem in dit alles – en zelfs een filosofisch programma.
Neem Ivan Iljin, de sinds 2005 door Poetin meest geciteerde filosoof. Hij was een Russische Hegeliaan en een van de honderden intellectuelen die in 1922 door de communisten op een schip het land werd uitgezet op de zogenaamde Filosofenboot – het was nog voor de grote Terreur dus het schip werd niet tot zinken gebracht. Iljin toog naar Berlijn en schreef daar vlijtig aan zijn visie op het eeuwige Rusland, die trouwens aanvankelijk een zekere waardering voor de ideeën van A. Hitler niet uitsloot. De rol van de orthodoxie, het belang van een autocratisch bewind, de noodzaak tot krachtig verweer tegen de omringende vijanden van Rusland zijn de kernwaarden van deze Hegeliaan, die het gebruik van grof geweld in de geschiedenis zeker niet principieel afwees.
Iljins tijdgenoot Berdjajev – ook present in het boekenpakket en een veel meer gerenommeerde denker – verweet Iljin een soort ‘witte’ bolsjewiek te zijn – vanwege de volstrekte bereidheid rücksichtlos geweld toe te passen ter vervulling van de historische missie. Poetin schijnt met de gedachten van de relatief in de vergetelheid geraakte Iljin in contact gekomen dankzij de Russische filmregisseur Nikita Michalkov, een bekende dweper met de grootsheid van het Russisch verleden, en het sublieme lijden waardoor dit in veel perioden gekenmerkt is.
Het aardige aan Eltchaninoffs boekje is dat het je wat meer perspectief verschaft in de denkwereld van de hedendaagse elite. Wat je daarover meestal leest, blijft vaak beperkt tot de constatering dat in de al eeuwen bestaande tweedeling tussen Slavofielen en Europa-geöriënteerden in het Russische denken, de huidige Kremlin-vorst resoluut partij voor de eersten heeft gekozen. En dat Poetin graag het oor te luisteren legt bij Aleksandr Doegin, een even kleurrijke als antisemitische engerd die de meest luide vertegenwoordiger is van de Eurasiatische droom in de huidige tijd. Dat alles staat misschien nog te bezien. Maar dat Poetin graag bereid is het Hegeliaanse verloop van de geschiedenis een gewelddadig handje te helpen – dat heeft hij inmiddels ruimschoots bewezen.
Michel Eltchaninoff, Dans la tête de Vladimir Poutine. Solin/Actes Sud, 2015.
Een Engelstalig artikel van dezelfde auteur: http://www.booksandideas.net/Ideologues-and-Cassandras-the-Thinkers-behind-Putinism.html?lang=en
Het Iljin-citaat bovenaan dit blogje luidt in mijn onbeholpen vertaling, die ik graag voor een betere geef: Rusland zal slechts dan wederopstaan, wanneer in de ziel van de Russische mens het altaar voor God is herrezen, en de troon voor de tsaar.
(Oorspronkelijk gepubliceerd op 3 november 2015)
Geef een reactie