
Wat voor soort land wordt Rusland? Die vraag is niet heel makkelijk te beantwoorden. In het publieke debat ontbreekt het niet aan stellige beweringen: Rusland is een Burkina Faso met kernwapens; Rusland is een land dat altijd de prooi zal zijn aan zijn eigen mythes van imperium en morele superioriteit; waar de slavenmentaliteit altijd de overhand zal hebben boven democratische tendenzen enzovoorts. Op de meeste van deze brede opvattingen valt op het eerste gezicht weinig af te dingen. En natuurlijk al helemaal niet op een moment dat Rusland, na een relatief korte periode van relatieve vrijheid, een autoritaire, militaristische politiestaat is geworden, die – naar eigen zeggen – de hele economie op oorlog instelt.
Ik heb tegen al deze uitgesproken ideeën over Rusland weinig in te brengen, behalve dan de tegenwerping dat ik er niet aan wil, aan de gedachte van een soort eeuwig durende lotsbestemming van Rusland. Mijn argumenten zijn uitgesproken mager: ongeloof om te beginnen, plus een ervaringsfeit. Toen ik in de jaren 1982-1987, nog ten tijde van de Sovjet-Unie dus, de eerste correspondent van NRC Handelsblad (en het NOS-journaal) in Moskou was, had niemand kunnen voorspellen dat het met de USSR spoedig afgelopen zou zijn, omdat het systeem volkomen onverwacht een fatsoenlijke apparatsjik als Michail Gorbatsjov had voortgebracht die het systeem wilde hervormen en te aardig en netjes was om met geweld in te grijpen, toen de Sovjet-structuur in elkaar donderde.
In Rusland, wil ik maar zeggen, zijn verrassingen dus nooit uitgesloten. Het is om deze reden dat ik graag Mark Galeotti lees, een Britse Rusland-kundige die een open blik paart aan een zeer nauwkeurige studie van de personele verhoudingen in het Kremlin en aan de rest van de top van de Russische Federatie – nuttige kennis want de verhoudingen binnen de elite die de lakens uitdeelt zijn nog steeds ‘terra incognita’, zij het beduidend minder dan in de Sovjet-jaren. De situatie in Rusland, ben ik met Galeotti eens, hangt niet, of slechts zeer ten dele, samen met allerlei historische en geostrategische factoren en veel meer met de ontwikkelingen binnen de elite – met de poppetjes, zou je kunnen zeggen.
Galeotti’s nieuwste boek, geschreven met Anna Arutunyan en nog vóór de Amerikaanse editie al in Nederlandse vertaling verschenen, getuigt weer van deze benadering. ‘Ondergang’ beschrijft de opkomst en ondergang van Jevgeni Prigozjin (1961-2023), de Russische zakenman die het privé-legertje ‘Wagner’ exploiteerde dat het Kremlin in Syrië, Afrika en Oekraïne goede diensten bewees maar tenslotte – uit frustratie met het beleid van Poetin en diens minister van Defensie Sergej Sjojgoe, dreigde naar Moskou op te marcheren. Enkele maanden later werd hij met zijn naaste getrouwen, onderweg van Moskou naar Sint-Petersburg in zijn privé-jet, opgeblazen – naar alle waarschijnlijkheid op bevel uit het Kremlin.
In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, was Prigozjin geen ‘oligarch’, een van die puissant rijke Russen die in de jaren 1990 de nationale economie ten eigen bate wisten te privatiseren. Hij was, schrijft Galeotti niet ongeestig, hoogstens een ‘minigarch’, een slimme ondernemer die door vormen van dienstverlening waar de écht rijken en machtigen iets aan hadden, toegang tot de hoogste kringen kon verkrijgen zonder ooit echt deel uit te maken van de top.
Ten dele laat zich dat verklaren door Prigozjins achtergrond. Poetin en de meeste van zijn naaste vrienden en bondgenoten hadden een achtergrond in de KGB of andere delen van het Sovjet-overheidsapparaat waarin ijzeren banden voor het leven werd gesmeed – nog altijd wordt de Russische president omringd door mannen met wie hij al decennia samenwerkt, op vakantie gaat of judo’t en ijshockeyt. Prigozjin daarentegen was een relatieve buitenstaander, die weliswaar iedereen die er toe doet rond het Kremlin persoonlijk kende – vrucht van zijn eigenaarschap van enkele exclusieve restaurants in Sint-Petersburg en een cateringsbedrijf waarvan het Kremlin dankbaar gebruik maakte. Maar echt deel uitmaken van de macht deed de ambitieuze Progozjin niet.
Zoiets steekt natuurlijk. Prigozjin had zich zijn status heel anders voorgesteld sinds hij in 1994, na dertien jaar strafkamp wegens een bloedige, mislukte overval in Leningrad, in het burgerlijke leven was teruggekeerd en – eenmaal bekomen van de grote veranderingen die zich sinds 1981 in het leven van zijn land hadden voltrokken, met standjes met ‘hot dogs’ – zoals bekend een Amerikaanse noviteit – een nieuw leven was begonnen. Zijn kampervaringen zijn niet zonder belang voor het begrijpen van Prigozjin, en niet alleen vanwege het criminele jargon waarvan hij zich bediende. Meer nog dan in andere delen van de Russische samenleving is in het gevangenissysteem loyaliteit door dik en dun de norm, alsmede de noodzaak van het uitdelen van de eerste, preventieve slag wanneer je vermoedt dat iemand je naar de kroon wil steken. Niet voor niets probeerden zakelijke rivalen, toen als in heel Rusland ook ook in Sint-Petersburg het zakenleven de trekken van bendeoorlogen aannam, Prigozjin te treffen door het nieuws te verspreiden dat deze in het kamp een seksueel onderdanige positie had ingenomen – iets wat betrokkene natuurlijk stellig ontkende, met vaak fatale gevolgen voor de verspreiders van zo’n bericht. (Tekst gaat door onder afbeelding).

Na het aan de macht komen van Poetin in 2000 breidde Prigozjins catering-imperium zich gestaag uit, mede door de protectie van Poetin en andere leden van de elite aan wie hij nuttige diensten verleende. De ondernemer kreeg zelfs de bijnaam ‘kok van Poetin’ maar dat is een beetje onzin: Prigozjin heeft vermoedelijk zelf nooit op hoog niveau gekookt. Wel ontzag hij zich niet om bij sommige officiële gelegenheden persoonlijk deel te nemen aan de bediening, als teken van zijn inzet. Zijn zakenimperium omvatte inmiddels ook het Internet Research Agency, een trollenfabriek voor pro-Russische informatie op Twitter en andere internet-kanalen. En natuurlijk met Wagner, een privé-legertje in een land waar officieel privélegers bij wet verboden zijn en waarvan het bestaan dus jarenlang werd ontkend.
Wagner was al spoedig een hoogst profitabele onderneming, die niet alleen in Syrië en Afrika voor het Kremlin nuttige diensten verrichtte, maar meteen ook voor rekening van de onderneming hoogst lucratieve contracten afsloot over de winning van grondstoffen en dergelijke. Maar Prigozjin kwam, misschien juist door zijn successen, in de problemen. Want aan het hof van tsaar Poetin in het Kremlin werd hij als vanzelf een rivaal van de man die in naam het echte Russische leger leidde, minister van Defensie Sergej Sjojgoe. Het ministerie had, om een voorbeeld te noemen, zijn eigen privélegertjes, zoals het onder de militaire inlichtingendienst GROe vallende ‘Redoet’. De rivaliteit had daarbij niet uitsluitend betrekking op de gezagsverhoudingen: in een door en door corrupt, op het afromen van overheidsfinanciën berustend politiek systeem als dat van Poetin is het ook meteen de vraag voor wie er fondsen aan de strijkstok blijven hangen.
Als in al zijn eerdere boeken beschrijft Galeotti Poetins machtssysteem op welhaast meeslepende wijze. Ruslands tragedie, meent de Britse auteur, is dat een zich moderniserend land zit opgescheept met een welhaast middeleeuws aandoende, gesloten kaste die de macht uitoefent en met name sinds 2011-2012, toen Poetin na een kort intermezzo als premier besloot dat hij president voor het leven moest worden, naar steeds drastischer middelen grijpt om de macht te consolideren. Poetins methode daarbij is om de actoren aan de top van de piramide, waarvan hij afhankelijk is maar die ook niet zonder hem kunnen, tegen elkaar uit te spelen tot in het oneindige. Voor wat – rijk zijn bijvoorbeeld – hoort wat – de president niet tegenwerken. (Tekst gaat verder onder afbeelding)

Wagner leverde aanvankelijk een zeer welkome bijdrage aan de Russische strijd in Oekraïne. Zoals bekend mislukte de oorspronkelijke opzet van de ‘Speciale Militaire Operatie’, zoals Poetin de oorlog noemt: de verwachting dat een Russische invasie er binnen enkele dagen voor zou zorgen dat het regime in Kyiv viel, bleek ijdel. De strijd verzandde in een voortzetting en uitbreiding van de feitelijk al sinds door het Russische leger en allerlei ad hoc groeperingen 2014 gevoerde oorlog in het Zuid-Oosten van Oekraïne, de provincies Loehansk en Donetsk. De inzet van Wagner kwam goed van pas, bijvoorbeeld bij de – tenslotte door de Russen gewonnen – strijd om de stad Bachmoet. Prigozjin vond een originele manier om manschappen te recruteren: hij reisde hoogstpersoonlijk de strafkampen langs om gevangenen te beloven dat ze na zes maanden dienst in zijn leger amnestie zouden krijgen, als ze dan nog in leven waren tenminste.
Dat laatste sprak geenszins vanzelf want bij stormaanvallen in Bachmoet sneuvelden de meeste Wagner-soldaten, bij duizenden. Prigozjin decreteerde bovendien ijzeren discipline aan het front: van terugtrekken of overgave kon geen sprake zijn. Dat dit geen grapje was, werd ten overvloede duidelijk uit een per Telegram-kanaal verspreide video van de executie van Jevgeni Noezjin. Die was gevangen genomen door Oekraïense militairen en had op de Oekraïense televisie een boekje open gedaan over de gang van zaken bij Wagner. Hij had de pech dat hij in het kader van een gevangenenruil weer in Russische handen raakte. Wagner executeerde Noezjin met behulp van een moker.
Tegelijkertijd profileerde Prigozjin zich als een bendeleider met een hart van goud. Nabestaanden van zijn gesneuvelde soldaten werden goed betaald en waar – volgens Prigozjin nog altijd – reguliere Russische troepen hun doden en gewonden menigmaal op het slagveld lieten verrekken, zorgde Wagner voor een ordentelijk graf. Op een van zijn video’s stond Prigozjin voor een van zijn begraafplaatsen en hield een van zijn vele toespraken, waarin hij steeds kritischer tonen aansloeg over zijn rivaal minister Sjojgoe en diens chef-staf, Valeri Gerasimov. Hij beschuldigde hen ervan de levering van wapens en munitie aan de Wagner-eenheden bewust te vertragen, uit kinnesinne. Zijn toon werd steeds heftiger: in een soortgelijke video, nu staande voor bebloede lijken van ‘onnodig’ gesneuvelden, beschuldigde hij Sjojgoe en andere leden van de elite, die hun eigen kindereen vér van het front hielden, ervan de waarheid van de mislukte oorlog tegen tegen Oekraïne voor ‘grootvadertje’, dat wil dus zeggen Poetin, verborgen te houden. “Onze soldaten worden gedood maar opaatje denkt dat alles in orde is’, zei hij.
Ook zei hij dat de ‘Speciale Militaire Operatie’ eigenlijk zinloos was, en de ‘denazificatie’ van de Oekraïne die zogenaamd het doel was, onzin. Het heeft er alle schijn van dat Prigozjin met die laatste opmerkingen over de schreef is gegaan: Poetin kon garen spinnen bij rivaliteiten in zijn entourage, maar het in twijfel trekken van de competentie van de spil in het Kremlin kon niet de bedoeling zijn. Op 23 juni 2023 barstte de bom: Prigozjin haalde zijn troepen uit Oekraïne terug en bezette het operationele centrum van de reguliere strijdkrachten in de Zuid-Russische stad Rostov, vermoedelijk in de onjuiste verwachting dat zich daar Sjojgoe en Gerasimov bevinden, die hij wilde arresteren.
In een melodramatische toespraak zei Prigozjin onder andere dat ‘de oligarchische kliek die Rusland regeert de oorlog nodig had’. Hij kondigde een ‘Mars der Gerechtigheid’ af, richting Moskou. Zijn voorhoede zou de hoofdstad tot op ongeveer 250 kilometer naderen, alvorens het tot een onduidelijk compromis kwam, dat enkele weken later bij de dood van Prigozjin dode letter zou blijken. Welke conclusies precies verbonden kunnen worden aan deze muiterij tegen Poetin c.s. is een vraag die ook Galeotti niet kan beantwoorden. Is de Russische president een reus op lemen voeten? Opvallend is dat geen enkele commandant van de reguliere strijdkrachten iets ondernam tegen de naar Moskou oprukkende Wagner-eenheden, behalve die van een helikopter-eenheid die daarbij dertien piloten verloor. Na Rostov was toen ook al de grote stad Voronezj gevallen. Ook de Rosgvardija, vaak gezien als Poetins persoonlijke garde en zeer actief bij het neerslaan van binnenlands ongenoegen, heeft bij Prigozjins muiterij geen vinger uitgestoken.
Ongeveer tegelijk met ‘Opstand’ is ‘Ruzland’ van Eva Cukier verschenen, een zeer goed boek van de laatste NRC-correspondent in Moskou. Zij werd vorig jaar door de hoofdredactie van de krant teruggetrokken – tegen haar wil, naar Cukier nadrukkelijk meedeelt. Ik lees dat met enige weemoed omdat ik dus zelf in 1982 het ‘korpoenkt’ heb geopend van de krant, die toen nog voluit NRC Handelsblad heette. Na negen correspondenten – als ik me niet vertel – eindigt hier dus de aanwezigheid van de NRC in Moskou.
Ik kan me wel enigszins voorstellen dat de hoofdredactie zich zorgen maakte over haar correspondent, en had ook niet graag in de schoenen gestaan van de hoofdredacteur, maar ik denk toch dat het hier een foute beslissing betreft. Misschien is het juist in een land waar bijna niks meer mag, en de spanning stijgt, belangrijk om voeling te houden en aan de hand van kleine dingen te onderzoeken hoe de vlag erbij hangt. Zo was dat in de nadagen van de Sovjet-Unie die ik meemaakte, met die verrassende ontknoping onder Gorbatsjov en zo is dat nog. Cukier is bovendien een uitstekende verslaggever met oog voor het veelzeggende detail, zoals blijkt uit de in het boek afgedrukte, prachtige (en moedige) reportages uit de Russische provincie na het begin van de oorlog.
Niemand weet wat de toekomst Rusland brengen zal. Het land oogt rustig en stabiel, net als de economie. Het deed dat trouwens ook ten tijde van de muiterij. Net als in de Sovjet-tijd is er in de bevolking van verzet nauwelijks sprake. Het heeft er de schijn van dat verandering, net als in de jaren tachtig, van boven moet komen. Poetin heeft niet het eeuwig leven, dat is zo’n beetje de enige zekerheid. Het wachten is op een wonder.
Mark Galeotti en Anna Arutunyan: Ondergang. Prigozjin, Poetin en de nieuwe strijd om de toekomst van Rusland. (Vertaling Mario Molegraaf). Prometheus 2024.
Eva Cukier: Ruzland. Land in oorlog met zichzelf en met de wereld. Prometheus 2024.
Afbeeldingen: 1. Prigozjin voor een begraafplaats van gesneuvelde Wagner-strijders in 2023; 2. Prigozjin bedient eigenhandig president Poetin; 3. Vlak voor de executie met een moker van Jevgeni Noezjin; 4. Prigozjin houdt videotoespraak in weiland met gesneuvelde Wagner-soldaten, 2023.


Plaats een reactie