(9-3-2018)

Nu uit: mijn boek De religieuze rebellen van de Vrije Gemeente – De vergeten oorsprong van Paradiso. De vereniging De Vrije Gemeente wilde het godsdienstig leven in Nederland op nieuwe, moderne leest schoeien en liet daarvoor in 1880 het gebouw neerzetten dat nu Paradiso is, als ‘gebouw voor samenkomsten’ – het woord ‘kerk’ was taboe. Hierbij een fragment uit het boek, over de opening:
“De bouw duurt minder dan een jaar en op zondag 2 mei 1880 vindt de feestelijke opening plaats, met een toespraak van voorganger Herman Hugenholtz. (.) Voor de opening is de vestibule fraai versierd met bloemen; een geste van Gerard Westerman, directeur van Artis en actief lid van de Vrije Gemeente. Het koor zingt een feestcantate van de componist Daniël de Lange.
Hugenholtz ziet het gebouw als een aspect van de ‘hoofdstad van de toekomst’, die overal in de omgeving verrijst: nieuwe stadswijken aan de overkant van de Singelgracht, het Rijksmuseum in wording, de innovatieve gevangenis naast de Vrije Gemeente en het Barlaeus Gymnasium aan de overkant van de straat, dat evenals het Rijksmuseum in 1885 zijn deuren zal openen. (.)
De wekelijkse samenkomst vindt plaats op zondagmorgen, op de geriefelijke tijd van half elf. De vereniging besluit dat de godsdienstige toespraak beurtelings zal worden verzorgd door de eigen voorganger en iemand van buiten. Deze regel zorgt er voor dat in de eerste jaren van de Vrije Gemeente een breed palet van vrijzinnige en moderne dominees op zondagmorgen de nieuwe vereniging toespreekt. (.)
Onder de eerste redenaars (.) is de Schiedamse predikant François Haverschmidt, beter bekend als de melancholische dichter Piet Paaltjens. Zijn toespraak gaat over de liefde: ‘Het is een bespottelijke aanmatiging als een kerk zich verbeeldt de alleenzaligmakende te zijn. God alleen maakt zalig, mensenliefde alleen doet waarlijk leven.’”
Lees meer in:
Raymond van den Boogaard: De religieuze rebellen van de Vrije Gemeente – De vergeten oorsprong van Paradiso. Uitg. Bas Lubberhuizen, geïllustreerd, 22,99 euro.
Afbeeldingen: de grote zaal van de Vrije Gemeente aan het begin van de Twintigste Eeuw. De Vrije Gemeente had geen kansel. De voorganger stond, niet in toga maar in burgerkleding, op een verhoging met lantaarns, aan de kant waar nu het podium van Paradiso is. De zaal kon 1500 toehoorders bevatten, beneden en op het eerste balkon – het tweede balkon dateert pas uit de Paradiso-tijd. Foto’s Stadsarchief Amsterdam, fotograaf onbekend.

Geef een reactie