1934/2018 – même combat?

(25-11-2018) Twee foto’s ter vergelijking:

Urenlang heb ik vandaag gekeken naar de demonstraties in het centrum van Parijs van de gilets jaunes, de gele hesjes. Met mijn satelliet-schotel kan ik de voornaamste drie tv-nieuwszenders – BFM, LCI en CNews – zien – zodat mij van het kat-en-muisspel tussen politie en de demonstranten weinig hoefde te ontgaan. Maar meer dan de ‘gevechtshandelingen’ vielen mij de overeenkomsten op tussen vandaag en 6 februari 1934, toen bij een demonstratie op ongeveer dezelfde locatie zeventien doden vielen. 

De demonstratie van 1934 begon op het Place de la Concorde, en de bedoeling was om het naburige Palais Bourbon, waar de Chambre des Députés (de Franse Tweede kamer, zeg maar) was gevestigd te bestormen. De politie verhinderde dat met de wapenen, vandaar al die doden. Ook de gilets jaunes wilden naar de Concorde, vermoedelijk om vervolgens op te rukken naar het naburige Élysée-paleis, waar president Emmanuel Macron zetelt. Niet alleen in Frankrijk heeft de wetenschap der crowd-control in de afgelopen decennia een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Ofschoon er een naar het schijnt zeer gewelddadige poging werd gedaan de door de politie afgegrendelde Concorde te veroveren, waarbij rechtse knokploegen van het genre Ordre Nouveau betrokken waren, wist de politie dit zonder noemenswaardige slachtoffers te verhinderen.

Maar de overeenkomst tussen 1934 en 2018 is niet alleen geografisch of uiterlijk – dat zou een beetje flauwe vergelijking zijn. Wat opvalt is vooral de inhoudelijke, ideologische overeenkomst.

De zo te zien spontane beweging van de gilets jaunes was aanvankelijk een protest tegen de nieuwe, verhoogde accijns op diesel. Overal in Frankrijk begonnen groepjes demonstranten de afgelopen weken wegen te blokkeren – het ontwrichten van het maatschappelijk leven is in Frankrijk, ook bij meer ‘normale’ stakingen, een geliefkoosde actievorm. Uitvoerig kwamen in de Franse media demonstranten aan het woord, die al spoedig andere grieven dan de dieselprijs begonnen te ventileren. Met name het lage niveau van de sociale uitkeringen, de verhoging van de tax op onroerend goed, de pensioenhervorming en meer in het algemeen de belastingdruk bleken steen des aanstoots. Het waren, kreeg je de indruk, niet zozeer de armen die hier in het geweer kwamen, eerder de lagere middenklasse – wat je misschien ‘de hardwerkende Fransman’ zou kunnen noemen. Dat die groep het moeilijk heeft in Frankrijk, en net als bij ons geconfronteerd wordt met steeds minder sociale zekerheid en krimpend besteedbaar inkomen, is buiten kijf. 

Dat het water hen aan de lippen staat, zoals veel demonstranten zeiden, is misschien een beetje overdreven. Opmerkelijk is ook dat het de demonstranten ook niet te doen is om de erg hoge werkloosheidcijfers in Frankrijk. Maar de onvrede is onmiskenbaar. 

Die gilets jaunes vormen geen georganiseerde beweging, met een leiding of officiële woordvoerders. Er zijn wel een aantal dames en heren die, met name op sociale media, als initiators gelden en in de pers en op de tv als woordvoerders worden ondervraagd – bij gebrek aan beter eigenlijk. Mij was de afgelopen week al opgevallen dat dezen een steeds anti-politieke toon gingen aanslaan. Het ging allang niet meer over diesel of de ozb, nee: ‘de’ politiek had al jarenlang gefaald en de mensen in de steek gelaten, ‘de’ elites maakten de dienst uit en verrijkten zich terwijl het volk verhongerde, en president Emmanuel Macron was een geniepige knecht van de elites die het volk verachtte en arrogant tegemoet trad. 

In de laatste dagen voor de demo van 24 november verhardde het vertoog zich steeds meer tot een ideologische, bijna revolutionaire boodschap, een oproep tot opstand tegen het systeem. Marine Le Pen, de leider van het extreem-rechtse Front National (dat overigens na haar nederlaag bij de jongste presidentsverkiezingen is herdoopt tot Rassemblement National) deed een tweet uitgaan waarin zij de demonstranten opriep niet akkoord te gaan met het Champ de Mars (het grote open veld naast de Eiffel-toren) dat de politie had aangewezen als plaats voor de demonstrerende gilets jaunes. Waarom, opperde Marine, niet de Champs Élysées? Aan deze oproep hebben zo’n 8000 demonstranten gehoor gegeven, met de wolken traangas en de waterkanonnen als voorspelbaar gevolg. Al was het maar omdat het presidentieel paleis dichtbij ligt, en een bestorming daarvan – gezien uitlatingen van sommige gilets jaunes – volstrekt niet denkbeeldig leek.

Rond de betoging van 6 februari 1934 is altijd veel onduidelijk gebleven. De organisatoren waren de zogeheten ligues, losse verbanden van oud-strijders uit de Eerste Wereldoorlog. Die waren in veel gevallen zeer gecharmeerd van het fascisme van de Italiaanse dictator Mussolini en – zacht gezegd – zeer kritisch over de parlementaire democratie. De voornaamste ligue evenwel, de Croix de Feu, hield zich buiten de gewelddadigheden. De aanleiding tot de bestorming van het parlement was een beetje vaag – er zou die dag een nieuwe centrum-rechtse regering aantreden. Een rol werd ook gespeeld door het recente Stavisky-schandaal, rond een joodse bankier en oplichter met goede contacten in hogere kringen. Frans extreem-rechts was in die jaren rabiaat antisemitisch. En meestal dus ook anti-democratisch – royalistisch, bonapartistisch, er was een ruime keus aan extremismen, net als ook tegenwoordig nog bij extreem-rechts Frankrijk.

Een curieuze overeenkomst tussen 1934 en nu is de min of meer heimelijke betrokkenheid van extreem-links bij de betoging. In 1934 waren ook knokploegen van de Franse Communistische Partij op de been, wier afkeer van de ‘burgerlijke’ democratie en het parlementair bedrijf niet voor die van de ligues onderdeed. Nu riep, behalve Le Pen, in de dagen voor de demonstratie ook de leider van extreem-links, de met de dag vreemder en gewelddadiger ogende Jean-Luc Mélenchon van La France Insoumise, tot de strijd op. In 1934 wisselden de communisten, op last van Stalin, overigens razendsnel van tactiek. In 1936 namen ze deel aan de Volksfront-regering met socialisten en radicalen. Die regering kwam er als een bewuste daad tegen het oprukkend fascisme. 6 februari 1934 werd namelijk voorgesteld als een nog maar net mislukte fascistische machtsovername, naar het Duitse model van 1933. Vermoedelijk was die interpretatie een tikje overdreven.

Wat mij bij de verslagen van de Champs Élysées gisteren erg ging opvallen, was de gelijkluidendheid in de uitspraken van de gilets jaunes die BFM, LCI en CNews naar hun motivatie vroegen. Het leek soms alsof een onzichtbare hand ervoor gezorgd had dat overal een danig geïnstrueerd persoon was neergezet in de buurt van de verslaggever, om te zorgen voor een coherente politieke boodschap op alle zenders. En die boodschap was onveranderlijk anti-parlementair: het volk had genoeg van de politici, Macron moest aftreden want hij had het volk niets meer te bieden, Frankrijk moest op nieuwe leest geschoeid, en dit was nog maar het begin: de opstand zou ongekende vormen aannemen. Dit programma vertoont frappante overeenkomst met de anti-parlementaire aanval van 1934.

Een onzichtbare hand, schreef ik. Zou het kunnen dat er een hand aan het werk is die we eerder onder andere in de Verenigde Staten en bij het Brexit-referendum aan het werk hebben gezien? De hand van Moskou wellicht? Ik weet het niet. Maar het lijkt er sterk op dat weer een democratisch, rijk en Westers land hard op weg is zijn democratische stabiliteit te verliezen. Ik hoop maar dat ook deze analyse een tikje overdreven zal blijken. 

Hier nog twee foto’s, ter vergelijking: 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: