Liefde, huwelijk en seksualiteit in het Derde Rijk

Een van de meer ongemakkelijke dingen bij de bestudering van gewelddadige dictaturen en totalitaire staten uit het verleden is het gevoel van teleurstelling dat er niet meer verzet is geweest. Een min of meer verpletterende meerderheid van de mensen lijkt, ondanks de hen omringende manifestaties van onmenselijkheid, te hebben doorgeleefd alsof er niets aan de hand was. Of heeft zelfs de buitenkansjes die elke nieuwe situatie, bedoeld of onbedoeld, oplevert te baat genomen voor de bevordering van de eigen belangen.

De gêne die zulke massale, collectieve collaboratie oproept, verschilt natuurlijk per land. In Rusland, waar de huidige machthebbers rond Poetin liefst zo min mogelijk aandacht willen besteden aan de massamoorden onder Stalin, is het in kringen van de macht geen taboe meer om te zeggen dat de stalinistische Sovjet-Unie zijn goede kanten had. In Duitsland of Nederland evenwel maakt iemand die zou zeggen dat de politieke cultuur van het Nazisme ook zijn aantrekkelijke kanten had, zichzelf daarmee – gelukkig – verdacht als een politiek louche figuur. Dat moet ook vooral zo blijven trouwens – één FvD in de Tweede Kamer is ruim voldoende. Maar het vertroebelt tegelijkertijd natuurlijk een beetje het zicht op wat je – met een afschuwelijk, zeer Nederlands stopwoordje – het ‘draagvlak’ van een dictatuur of politiestaat zou kunnen noemen.

De Franse historica Elissa Mailänder, gespecialiseerd in de Nazi-geschiedenis en verbonden aan SciencesPo in Parijs, pretendeert in haar ‘Amour, mariage, sexualité. Une histoire intime du nazisme (1930-1950)’ die vraag te beantwoorden, voor wat het intieme leven van de Duitsers na 1930 betreft. Natuurlijk kende de Nazi-staat veel verliezers: Joden, homoseksuelen, andere als ‘niet-Ariërs’ beschouwde mensen, psychiatrische patiënten, lijders aan erfelijke ziekten etc. De kaders waarbinnen het intieme leven van de Duitsers (en na 1938 ook Oostenrijkers) zich afspeelde, hadden racisme en opvattingen over eugenetica als uitgangspunt. Huwelijken konden pas worden gesloten na officiële, quasi-medische goedkeuring. Al het andere was al vlug ‘bloed-‘ of ‘rassenschande’. Tot welke onmenselijke excessen die ideologie heeft geleid, is een verhaal dat niet vaak genoegd verteld en onderzocht kan worden.

Maar bevatten die ideologie en praktijk van het Nazisme misschien niet ook min of meer verborgen verleiders waarmee Hitlers onderdanen – die trouwens niet echt een keuze hadden – meenden hun voordeel te kunnen doen? Mailänder meent van wel: vooral vrouwen bood het systeem emancipatoire kansen, mits ze natuurlijk aan de racistische en eugenetische criteria voldeden. Overigens is de boektitel voor haar studie wel wat aan de megalomane kant: het betreft hier geenszins een alomvattende studie van seksualiteit in het Derde Rijk, maar eerder een verzameling capita selecta. Erg interessant, dat wel.

Seksualiteit en voortplanting waren centrale preoccupaties van het Nazi-bewind. Al in juni 1933 verscheen de ‘Gesetz zur Verhütung erbkranken Nachwuchses’ die het mogelijk maakte om zowel mannen als vrouwen gedwongen te steriliseren wanneer de kans leek te bestaan dat zij ‘onwaardig leven’ zouden verwekken. Te denken viel dan vooral aan mogelijk erfelijke aandoeningen als krankzinnigheid, epilepsie, doofheid, blindheid en wat dies meer zij, maar ook aan andere condities die wij niet als een ziekte en eerder als een sociale conditie beschouwd moeten worden, zoals alcoholisme, ‘chronische werkloosheid’, landloperij of prostitutie.

Tussen 1933 en 1945 zijn er naar schatting 400.000 van zulke gedwongen sterilisaties uitgevoerd. De in 1935 afgekondigde ‘Ehegesundheitsgesetz’ – die voorzag in huwelijkstoestemming middels een medisch attest – lag in het verlengde van deze benadering. Evenals de ‘Gesetz zum Schutze des deutschen Blutes und der deutschen Ehre’, de hoogdravende benaming voor de wet die huwelijken en seks tussen Duitsers en Joden verbood, en tevens bestaande Joods-Duitse huwelijken voor ontbonden verklaarde. (In totaal verloren door de eerste golf van ‘rassenwetten’ medio jaren Dertig zo’n 500.00 Duitsers van de ene dag op de andere hun staatsburgerschap).

Het Nazisme kwam in 1933 aan de macht door de welwillende medewerking van conservatief rechts, dat weinig affiniteit had met de democratie van de Weimar-republiek. Maar de traditionele conservatieve waarden van gezin, plaats van de vrouw in huis en dergelijke deelden Hitler en de zijnen natuurlijk niet, en ook niet de preutsheid die veel conservatieven in het vaandel voerden. In zekere zin lag het seksueel programma van het Nazisme in het verlengde van allerlei al of niet seksuele hervormingsbewegingen van rechts en links in de jaren Twintig, zoals die van de naaktlopers of de vegetariërs of anderen die een meer ‘natuurlijk’ leven prefereerden boven de industriële samenleving. Maar bepaald niet alle moderniserende trends in de Weimar-republiek vonden in Nazi-ogen genade. Het ‘Institut für Sexualwissenschaft’ van Magnus Hirschfeld in Berlijn bijvoorbeeld, waar onder andere baanbrekend werk was verricht voor de erkenning van homoseksualiteit, was de machtsovername in 1933 een van de eerste mikpunten van de SA-knokploegen die de straten onveilig maakten.

In de normstelling van het Nazisme was dus niet alleen racistisch en quasi-wetenschappelijk ‘biologistisch’, maar ook uitgesproken heteroseksueel. En binnen dat stramien was er een duidelijke scheiding in de rol van de man en die van de vrouw in de nieuwe wereld die het Derde Rijk wilde bouwen. De man trok ten strijde in de oorlog – een heroïek waarin zijn mannelijkheid zijn hoogste vervulling kon vinden. Het heldendom van de vrouw bestond eruit de Führer zo veel mogelijk – uiteraard gezonde – kinderen te schenken. Net als in Stalins Sovjet-Unie waren huisgezin en paarvorming geen doel op zich – eerder methoden in de opbouw van de nieuwe samenleving.

Maar de intentie waarmee in een totalitair stelsel de dingen worden bedacht, loopt niet altijd synchroon met wat sociologen wel de ‘beleefde werkelijkheid’ noemen. Mailänder schetst, in het wellicht aardigste hoofdstuk van haar boek, het leven van vier jonge Oostenrijkse vrouwen. Als in 1938 het aartsconservatief bestuurde Oostenrijk door Duitsland wordt ingelijfd, betekent dat voor hen in veel opzichten een bevrijding. Zo waren voorheen echtscheidingen in Oostenrijk vrijwel onmogelijk – het burgerlijk huwelijk bestond niet en de katholieke kerk stond scheiding niet toe. Ook zorgde het Nazisme voor allerlei sociale structuren – van huishoudscholen en het lidmaatschap van de padvinderachtige ‘Bund deutscher Mädel’ tot een soort werkkampen voor vrouwen die voor menige vrouw de wereld buiten het eigen dorp of streek openlegden.

Ook in de behoefte aan romantiek (met een kleine ‘r’) werd voorzien, door de UFA-filmfabrieken bijvoorbeeld. Vooral de piloot in zijn gevechtsvliegtuig was een populaire filmheld, al vanaf de dagen van het Condor-legioen dat intervenieerde in de Spaanse burgeroorlog. De gevechtspiloot verkeert voortdurend in de nabijheid van de dood, maar juist dat maakt hem seksueel aantrekkelijk voor vrouwen – in Nazi-speelfilms in ieder geval. De opmerkelijke vrijmoedigheid waarmee de mannen en vrouwen in Nazi-films verliefd worden, flirten en – kies aangeduid – ook naar bed gaan, hangt samen met het gegeven dat zij haast hebben – de soldaat heeft maar een beperkt verlof en daarin moet het gebeuren. Het was voor Duitse soldaten aan het front ook niet ongebruikelijk, blijkt uit dagboeken en dergelijke, om meerdere ‘epistolaire liefjes’ te hebben, wier brieven het moreel konden ondersteunen aan het front. Ook jonge vrouwen maken melding van spannende, meervoudige verhoudingen – en iedereen die wel eens een oorlog heeft meegemaakt weet dat oorlog op een bepaalde manier erotiserend werkt.

Het leven van al die mannen en vrouwen in het Derde Rijk lijkt een spannend, afwisselend en per slot van rekening ook erotisch avontuur, een collectieve weg naar een prachtige toekomst – althans tot op het moment waarop in 1942 bij Stalingrad de Duitse krijgskansen keerden. Pas toen werd oorlog iets ‘slechts’. Maar tot die tijd leek de erotische wereld van het Derde Rijk een Walhalla van atletische lichamen, snelle vrouwen, onverschrokken mannen, onvermoede avonturen waarin geen tijd was voor preutsheid – alles vastgelegd door de kleine fotocamera’s van Kodak en Agfa die in deze jaren beschikbaar kwamen en door het regime tegen een zacht prijsje werden verspreid – terwille van de persoonlijke documentatie van het leven in grootse, optimistische tijden.

Diezelfde cameratjes legden ook nog heel andere dingen vast. De gruwelen waarmee niet alleen de SS maar ook heel gewone Wehrmacht-soldaten optraden tegen de burgerbevolking in de veroverde gebieden in Oost-Europa bijvoorbeeld – een vertoon van raciaal superioriteitsgevoel met ook wel degelijk een seksuele bijsmaak – in de vorm van verkrachtingen bijvoorbeeld, hoewel seks met ‘niet-arischen’ de soldaten streng verboden was. De roemruchte tentoonstelling van het ‘Hamburger Institut für Sozialforschung’ in de jaren negentig, vol opgewekte kiekjes van soldaten over hun belevenissen aan het Oostfront, veroorzaakte niet in de laatste plaats zoveel schandaal, omdat de foto’s de keerzijde lieten zien van wat velen als een idyllische tijd hadden beleefd.

Maar ook de eerste jaren na de Duitse nederlaag waren in West-Duitsland al beleefd als een seksueel demasqué. Mannen, terug van het front, hadden vaak grote moeite met hun inmiddels zelfbewustere vrouwen en vriendinnen, wier seksuele ondernemingslust ook werd bevorderd door het door de oorlog veroorzaakte vrouwenoverschot. Kerkelijke leiders en later de politici van het nieuwe Duitsland lijken de grootste moeite hebben gehad, de Duitse vrouwen weer naar huis en gezin te dirigeren. De eerste naoorlogse jaren waren, maakt Mailänder op uit tijdschriftartikelen en dagboeken, waren ook seksueel geen gelukkige tijd. Veel van die tijdens frontverlof haastig aangegane verhoudingen en gesloten huwelijken uit de oorlogsjaren hielden geen stand. Veel mannen waren trouwens gewond of anderszins getraumatiseerd van het front teruggekeerd.

Zelfs de Amerikaanse bezettingsautoriteiten, die toch wel wat gewend waren uit de landen die ze hadden bevrijd, waren ongerust over de voortvarendheid waarmee Duitse vrouwen Amerikaanse soldaten benaderden. ‘Fraternisatie’ met de lokale bevolking was natuurlijk niet de bedoeling, of zelfs formeel verboden. Maar ja, hoe gaat dat, als er veel vrouwen zonder man zijn en veel Amerikaanse soldaten die niet alleen seksuele-, maar ook materiële nood kunnen lenigen. In arren moede verspreidde de Amerikaanse legerleiding comics, om de soldaten op de gevaren van venerische ziekten te wijzen.

Dat Duitse vrouwen op deze wijze ook zwarte VS-militairen benaderden, werd – de ‘civil rights mouvement’ was nog ver weg – door blanke Amerikaanse officieren soms als vrij schokkend ervaren. In ieder geval bleek zonneklaar dat Nazi-begrippen als ‘rassenschande’ in de vrouwelijke Duitse bevolking maar heel oppervlakkig weerklank hadden gevonden. In seks is niets ooit wat het lijkt.

Elissa Mailänder: Amour, mariage, sexualité. Une histoire intime du nazisme (1930-1950). Seuil 2021.

Afbeeldingen: 1. Intiem samenzijn aan het strand, propagandafoto van onbekende herkomst. (Het graven van kuilen aan het strand deden Duitsers kennelijk toen ook al). 2. Gepassioneerde kus tijdens zeiltochtje op Wannsee bij Berlijn, beeld uit de film ‘Wunschkonzert’ uit 1940. 3. Affiche van het Amerikaanse leger waarin wordt gewaarschuwd voor venerische ziekten, vermoedelijk uit 1945. 4. Amateurkiekje uit de oorlogsjaren. (Alle afbeeldingen uit het behandelde boek).

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: