De dictatuur van de betutteling

Schoon zelf geen roker meer – de kortademigheid ging me vervelen – heb ik lang gehoopt dat er iemand op zou staan die met goede argumenten het idiote overheidsbeleid tegen roken, en ook tegen drinken onder de 18 en dergelijke aan de kaak zou stellen. Die heb ik nu gevonden. De Duitse filosoof Robert Pfaller gaat in maar liefst drie boeken de strijd aan met de betutteling die het overheidsoptreden in dezen kenmerkt. Dezelfde overheid, zo betoogt hij, die zegt niet meer in staat te zijn de welvaarts- en verzorgingsstaat overeind te houden en de burgers daarmee wat rust te verschaffen om nog wat anders te doen dan werken, leeft zich wel uit in het beknotten van de pleziertjes die de burgers zich gunnen. En wel omdat die pleziertjes ongezond zouden zijn. Alsof we dat nog niet wisten. En alsof juist het ongezonde, en het viezige van roken, stevig drinken en – vooruit – seks niet juist essentieel zou zijn voor de lust bij deze activiteiten. Het is feest, en dus flirten we met het kwade. De mens is tenslotte niet op aarde om alleen maar braaf te werken.

Het verbannen van roken, seks en ander ‘schokkend’ gedrag uit de openbare ruimte ziet Pfaller als uitdrukking van een bredere culturele ontwikkeling, waarvan het ‘neoliberalisme’ de schuld krijgt. Hoewel veel dingen – de economische conjunctuur bijvoorbeeld, of de ontwikkeling van de inkomensverschillen – zich natuurlijk aan de controle van het individu onttrekken, is er tegelijkertijd een ontwikkeling gaande waarbij het geatomiseerde individu persoonlijk verantwoordelijk wordt gehouden: evaluatiegesprekken op het werk, prestatierapportage etc. Volgens dezelfde systematiek ben je zelf schuldig als je ziek wordt, en natuurlijk al helemaal wanneer er een mogelijk verband bestaat tussen eigen optreden en ziekte. En aldus lijkt de tijd niet ver meer dat de verzekering longziekten niet meer vergoedt, als je gerookt hebt.

Ook is er de toenemende druk om je in het openbaar ‘authentiek’ en ‘eerlijk’ te manifesteren, en de daarmee verbonden ontmoediging om in het maatschappelijk leven een andere persona te zijn, dan bijvoorbeeld binnen de muren van je eigen huis. Toch is de lust die met roken, drinken en wellicht zelfs stiekeme seks verbonden is, in niet onaanzienlijke verbonden met sociale rituelen – men viert zijn verjaardag nu eenmaal niet met wortelsap. De door de cultuur gesanctioneerde angst voor  uitspatting, en de intolerantie voor andermans uitspatting gooien hier bepaald roet in het eten. De meeste mensen, schat ik, die avond aan avond in het journaal de verdronken vluchtelingen in de Middellandse Zee aan zich voorbij laten gaan, ontsteken in volstrekte hysterie wanneer zij iemand in het openbaar zien roken en er zelfs maar een theoretische kans op passief meeroken zou kunnen bestaan. (Ben trouwens wel benieuwd hoe Pfaller verklaart dat in Amsterdam nog steeds het genoegelijk samenzijn op de bierfiets niet is verboden.)

Plezier en lust – de dingen waarvoor het loont te leven – zijn, zoals Freud onder andere in Totem en taboe heeft laten zien – is in veel gevallen met ambivalentie verbonden: iets aantrekkelijks is tegelijkertijd ongezond, smerig, bedenkelijk etc. en daarom juist feest. De Oude Grieken hadden het maar fijn: hun goden gaven zich met regelmaat aan liederlijkheid over, als integraal onderdeel van het bestaan. Het Christendom, en ook de goden van het neoliberalisme, vrezen evenwel de uitspatting. Die houdt ons van ons werk. Het is de dictatuur van de betutteling.

Een gedachte over “De dictatuur van de betutteling

Voeg uw reactie toe

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: