Een onteigend feest

Al een paar uur kijk ik op het ‘Eerste kanaal’ van de Russische staatstelevisie naar ‘bessmertni polk’ (onsterfelijk regiment) een van bovenaf in heel Rusland georganiseerde herdenking van de Sovjet-veteranen die in de Tweede Wereldoorlog – hier ‘Grote Patriottische’ geheten – hebben gevochten tegen Nazi-Duitsland. De verslaggevers van het tv-station – dat tot mijn geluk nog niet is verbannen van de Europese Hotbird-satellieten – interviewen langs de route door het centrum van Moskou enkele van de honderdduizenden deelnemers.

Er waren en zijn in Rusland niet veel gelegenheden waarbij gewone burgers in de gelegenheid zijn in het openbaar blijk te geven van authentieke aanhankelijkheid aan hun land, of blijk te geven van een gevoel van verbondenheid met eerdere generaties. Deze in heel de Russische Federatie plaatsvindende optochten zijn wat dat betreft echt een uitkomst: de eerste ‘bessmertni polk’ was in 2011 een particulier initiatief in Tomsk, maar sindsdien heeft de overheid de manifestatie dankbaar tot de hare gemaakt. Sinds 2015 loopt president Vladimir Poetin in eigen persoon mee, met een foto van zijn vader. De optocht van vandaag is de eerste sinds 2019, vanwege de pandemie.

De verslaggevers van het ‘Eerste kanaal’ houden mensen staande en vragen uit te leggen met wiens portret zij meelopen. Meestal gaat het om een grootouder in uniform – de oorlog is tenslotte al weer enige tijd geleden. De antwoorden van de meelopende burgers dragen veelal een enigszins ritueel karakter: niemand begeeft zich buiten geaccepteerde verhalen over de herkomst en de militaire carrière van degene die op de foto is afgebeeld, eventueel met wat vaderlandslievende opmerkingen, over dat de opofferingsgezindheid van de oorlogsgeneratie nooit vergeten mag worden.

Het lijkt niet onmogelijk dat de geïnterviewden tevoren gescreend zijn. Het is in ieder geval opvallend dat niemand de huidige oorlog ter sprake brengt, ook niet met zijn officiële benaming ‘speciale militaire operatie’. Er zijn de afgelopen weken rondweg oorlogszuchtige propagandisten te zien geweest op de staats-televisie, die de oorlog van nu wilden zien als een soort ‘grote patriottische 2.0’ of zich leken te verheugen op het uitbreken van een militaire confrontatie met het hele Westen, maar de mensen op straat in Moskou onthouden zich van zulke praat. Ook portretten van Stalin, die in de afgelopen jaren nogal eens werden meegedragen, blijven buiten beeld. Maar over-geregisseerd lijkt het allemaal niet. Dat hoeft ook niet, vermoed ik: ook zonder dwang hebben veel Russen de neiging zich te voegen naar wat de overheid ziet als een aanvaardbare manifestatie van burgerzin.

Je leest soms dat de enorme betekenis als nationale feestdag die wordt toegekend aan 9 mei, de ‘Dag van overwinning’ typisch is voor de periode-Poetin. Maar helemaal waar is dat niet: in de jaren tachtig, toen ik in Moskou werkte, was het ook al een belangrijke, en ‘vrije’ dag. Er waren toen alleen meer ‘nationale’ feestdagen, elk met een eigen parade op het Rode plein: de Dag van de arbeid op 1 mei, en de herdenking van de Oktober-revolutie op 7 november. Bij beide gelegenheden stond het Politburo op het vandaag de dag door een bordkartonnen constructie aan het oog onttrokken mausoleum van Lenin. Op 1 mei waren het vooral de ‘werkenden’ die – op praalwagens, of synchroon gymnastiek bedrijvend of slechts gewapend met papieren bloemen – aan de leiders voorbij trokken. Op 7 november ging het om een militaire parade, net als tegenwoordig op 9 mei.

Van 9 mei in de jaren tachtig herinner ik me ook wel manifestaties op het Rode plein, waar ik – net als op de andere genoemde data – als vertegenwoordiger van de ‘burgerlijke pers’ op een tribune mocht plaatsnemen, vlakbij het mausoleum. Het hoogtepunt bij alle feesten was eigenlijk dat in de avonduren in het centrum van Moskou – dat de hele dag voor verkeer was afgesloten – de zogeheten ‘volkswandelingen’ plaatsvonden. Massaal ging je dan, liefst met je kinderen, een beetje midden over straat lopen. Uit luidsprekers schalden ook toen al toepasselijke liederen, meestal in marstempo, maar niemand kwam op de gedachte om voor de wandeling een vlag, of foto of spandoek mee te nemen.

Wel leefden er toen nog veel meer veteranen die de oorlog nog echt hadden meegemaakt. Op verschillende plaatsen in de stad waren er podia waar zulke veteranen met zang en dans werden gehuldigd – kleine manifestaties die waren georganiseerd door de Partij of de Komsomol en dergelijke. Ik herinner me ook dat er veteranen waren die op eigen houtje hun bijdrage aan de feestelijkheden leverden: oude mannen en vrouwen die ergens een oud, versleten uniform opdiepten, hun medailles oppoetsten en dan in een park of op een plein hun oorlogsbelevenissen vertelden aan wie het maar horen wilde. De mensen reageerden daar heel vriendelijk op: ‘dank je wel opa’. Schoolkinderen gaven een handje.

Het was allemaal mijlenver verwijderd van de pompeuze sfeer waarin nu 9 mei wordt gevierd, en het was ook – als dat het goede woord is – minder gespannen. In de jaren tachtig waren er geen Sovjet-leiders die de indruk wekten de rest van de wereld de oorlog te willen verklaren – er was alleen ‘Afghanistan’, maar daar hoorde je eigenlijk zelden of nooit iets over. Natuurlijk was er ook toen al sprake van militaristisch vertoon in Moskou, maar Rusland is niet het enige land dat daaraan doet. Het is meer dat in de jaren tachtig, de tijd van Ontspanning en geleidelijke liberalisatie in de Sovjet-Unie, je het militarisme als een vorm van folklore kon zien, of als een symbolisch bindmiddel zonder welk geen staat – democratisch of niet – kan bestaan.

Maar nu Rusland, een slordige 35 jaar later, in Europa een heuse oorlog is begonnen, lijkt dit soort begrip en goede wil opeens volledig misplaatst. Het viel me op dat – heel anders dan in de jaren tachtig – de huidige leider van Rusland op het Rode Plein door hoge hekken van het volk wordt afgeschermd.

Maar het meest tekenend voor de situatie dit jaar was – naar mijn idee – nog wel het ontbreken in de tijdens de parade op het Rode Plein gespeelde muziek van ‘Prosjtsjanije Slavjanski’, een militaire mars uit 1912, gecomponeerd ten tijde van de Eerste Balkanoorlog door een zekere Vasili Agapkin. Het is een geromantiseerd lied over een meisje dat afscheid neemt van haar vrijer, die afreist naar het front vanwaar, zoals bekend, niet allen zullen terugkeren. Deze mars is, voor zover mij bekend, veelvuldig gespeeld bij alle naoorlogse militaire parades, zij het meestal zonder de pre-revolutionaire tekst van het nummer, dat tijdens de burgeroorlog na 1917 ook door de Witten werd gezongen.

Anno 2022 is het kennelijk ongewenst om een nummer ten gehore te brengen dat weliswaar de vaderlandsliefde en patriottische strijdlustigheid verheerlijkt, maar er anderzijds op wijst dat de patriot er rekening mee moet houden zijn vaderlandsliefde met de dood te bekopen. Poetin wil te boek staan als een leider die een – zoals hij vandaag in zijn toespraak zei – ‘onontkoombare’ oorlog niet uit de weg is gegaan, maar hij is niet bereid om ook eerlijk uit te komen voor de offers in mensenlevens die deze oorlog vergt en zal vergen.

Die weigering werpt ook een schril licht op de manifestatie van het ‘onsterfelijk regiment’. Waarvoor hebben al die veteranen wier beeltenis door goedwillende, fatsoenlijke Russen worden meegedragen eigenlijk hun leven gegeven? Dat de werkelijkheid van een oorlog voortaan moet worden verzwegen? Het heeft er veel van weg dat – na de democratie, de politieke vrijheid, de economie en de staat – Poetin en de zijnen het volk nu ook de eerlijke nagedachtenis aan hun ouders en grootouders heeft ontnomen en tot een farce gemaakt. 9 mei, de Dag van de Overwinning, is een onteigend feest.

(Noot: Pas ’s avonds laat, toen ik de video van de parade nog eens bekeek, merkte ik dat ‘Prosjtsjanije Slavianki’ op het Rode plein wel degelijk is gespeeld – helemaal aan het einde, toen het orkest afgemarcheerd werd. Stom. Dit stuk toch maar nog even laten staan).

De hele ‘Parade van de Overwinning’ is HIER te zien.

De genoemde mars ‘Het afscheid van Sljavanka’ is HIER te beluisteren, met Engelse vertaling van de tekst.

Afbeeldingen. 1. Tv-beeld van het ‘Onsterfelijk regiment’. 2. Omslag van bladmuziek van ‘Prosjtsjanije Slavjanka’. 3. Tv-beeld van het hoge kek tussen Poetin en publiek op het Rode plein.

Een gedachte over “Een onteigend feest

Voeg uw reactie toe

  1. Hoi Loek,

    Dit is een interessante journalist, elke week een essay; We’ll always have Paris Raymond van den Boogaard

    >

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: