
NASCHRIFT
Omdat ik in mijn laatste echte blogje van 2019 stukje iets onaardigs zei over ‘Uren, maanden, dagen, jaren’ heb ik de tekst eens opgezocht en gemerkt dat het in werkelijkheid juist een prachtig gedicht is, van Rhijnvis Feith (1753-1824), de Romantische auteur van onder andere de brievenroman ‘Julia’ (1783) en het ooit razend populaire dichtwerk ‘Het graf’ (1792). ‘Uren’.. etc. is uit 1805. Ik ben vooral onder de indruk van de niet zozeer calvinistische-, maar eerder deïstische strekking van dit dichtwerk. Niet een Verlossing, maar de wetenschap van de eeuwig voortschrijdende tijd is hier de basis van het Godsvertrouwen. Dat klopt ook wel: Feith had in zijn jeugd patriottische sympathieën.
Om mijn domheid jegens Feith een beetje goed te maken laat ik hier het dichtwerk in zijn oorspronkelijke vorm volgen, alsmede een video van de enigszins uitgeklede wijze waarop het in kerken gezongen wordt. Voor de liefhebbers ook de versie van de Zangeres zonder naam. (Tekst gaat door onder de video’s)
NIEUWJAARSLIED
Uuren, dagen, maanden, jaaren,
Vliegen als een schaduw heên.
Ach! wij vinden, waar wij staaren,
Niets bestendigs hier beneên!
Op den weg, dien wij betreden,
Staat geen voetstap, die beklijft:
Al het heden wordt voorleden,
Schoon ‘t ons’ toegerekend blijft!
Voorgeslachten kwijnden heenen,
En wij bloeien op hun graf;
Ras zal ‘t nakroost ons beweenen.
‘t Menschdom valt als blaadren af.
‘t Stof, door eeuwen saamgelezen ,
Houdt het zelfde graf bewaard.
Buiten U, ô eeuwig Wezen!
Ach! wat was de mensch op aard!
Maar door U aan ‘t niet onttoogen,
Liet uw gunst hem niet alleen.
Godlijk Licht omscheen zijne oogen,
En zijn nietigheid verdween.
Onder uw Genadeleiding
Wordt hem deeze levensbaan
Slechts ontwikkling, voorbereiding
Tot een eindeloos bestaan.
Dat de tijd hier ‘t al verover’,
Aan geen tijdperk hangt mijn lot.
Gij, Gij blijft mij altijd over,
Gij blijft eindeloos mijn God.
Welk een ramp mij hier ook nader,
‘k Vind ln U mijn rustpunt weêr.
Gij blijft in uw’ Zoon mijn Vader,
Wat verander’, wat verkeer’.
Vader, onder al mijn nooden,
Vader, onder heil en straf,
Vader, ook in ‘t rijk der dooden,
Vader, ook in ‘t zwijgend graf.
Waar ik ooit verandring schouwe,
Gij , ó God ! houdt eeuwig stand.
Ook mijn stof rust op uw trouwe,
Sluimert in uw vaderhand!
Snelt dan, jaaren, snelt vrij heenen
Met uw blijdschap en verdriet.
Welk een ramp ik moog beweenen,
God, mijn God, verandert niet.
Blijft mij alles hier begeven;
Voortgeleid door zijne hand,
Schouw ik uit dit nietig leven
In mijn eeuwig Vaderland.
Dit blog bestaat nu een jaar op WordPress – daarvoor zat het op Tumblr. Merkwaardige ervaring: in een jaar meer dan 10.000 clicks – wat dat ook moge betekenen want niet alle clicks zijn natuurlijk lezers. En het bereik is nog iets groter omdat de meeste blogjes ook op facebook verschijnen. De meest gelezen blogjes waren ‘Overleven in een tijd waarin de mens een wolf is’ (over het nieuwe boek van Pieter van Os), ‘Excuses voor de slavernij maar niet voor die in de Middeleeuwen’, ‘Op de knieën voor een hoofdredacteur’ en ‘200 jaar Gustave Courbet: een Venus-heuvel ontsluierd’. Maar ze worden niet met het oog op het aantal clicks geschreven – ik schrijf over wat ik leuk of belangrijk vind.
Overigens zal in 2020 de frequentie van dit blog iets afnemen, omdat ik mij voorgenomen heb weer eens een heus boek te schrijven. Maar voor nu: Let the roaring twenties begin! Let’s misbehave!
We’re all alone,
No chaperon
Can get our number,
The world’s in slumber,
Let’s misbehave!
There’s something wild
About you, child,
That’s so contagious,
Let’s be outrageous,
Let’s misbehave!
When Adam won Eve’s hand,
He wouldn’t stand
For teasin’,
He didn’t care about
Those apples out of season!
They say the Spring
Means just one thing
To little lovebirds;
We’re not above birds,
Let’s misbehave!…
(Cole Porter)
Dank je Leen. Ik wens je een vruchtbaar 2020.
Verstuurd vanaf mijn iPhone
>
LikeLike