Sterven is geen optie

“Heel mijn professioneel bestaan – mijn romans, mijn films, mijn ‘carrière’ in de pers – alles wat ik geschreven heb kan tot op deze ene oerzonde worden herleid: de wereld waartoe ik behoorde belachelijk maken. Dat heeft mij steeds de enige activiteit van enig belang geleken” – schrijft de Franse auteur Frédéric Beigbeder (1965) in de inleiding van La frivolité est une affaire sérieuse (Frivoliteit is een ernstige zaak), een verzameling kronieken en korte stukken die eerder verschenen in zulke verschillende organen als Madame Figaro, Le Monde, Lire, Voici en het mannenblad LUI, waarvan Beigbeder tegenwoordig hoofdredacteur is.

Deze consequente weigering iets (al te) serieus te nemen is dan ook precies de basis van zijn schrijverschap, en voor schrijver dezes de reden dat er in de boekenkast onbehoorlijk veel boeken van Beigbeders hand staan – meer misschien dan van menige andere, betere, Franse schrijver. Beigbeder is het soort auteur dat je een idee geeft van het leven dat je eigenlijk had willen leiden: elke avond in de nachtclub, overvloedig gebruik van coke en vodka op dagelijkse basis, en het ene fotomodel na het andere nemen. Dit alles onder even cynisch als geestig commentaar.

En op basis van een brede eruditie natuurlijk, want Beigbeder is niet van de straat. Dat heeft hij onder andere bewezen in een bundel met opstellen over de honderd – naar zijn mening – belangrijkste boeken uit de wereldliteratuur. Die bundel heet Premier bilan après l’apocalypse en gaat uit van de gedachte dat het met boeken van papier spoedig afgelopen zal zijn. In Frankrijk is hij zeer bekend – zij het enigszins als enfant terrible, wat hem zelf in het geheel niet zal storen.

Zo heeft het hem ook vast veel genoegen gedaan dat Acrimed, een kritische site over de Franse media, onder andere op zoek naar vrouw-onvriendelijke inhoud, in 2014 een vernietigend oordeel velde over LUI. Dat is een soort Franse Playboy uit de jaren zestig die Beigbeder weer tot leven heeft gewekt – volgens de oude formule: serieuze artikelen en blote, waanzinnig mooie meisjes. Op Acrimed wordt Beigbeder omschreven als een ‘media-persoonlijkheid’ die ‘het ikoon is van een burgerij die zichzelf wijsmaakt dat zij decadent en subversief is”. Dat lijkt me alles juist gezien, maar ja – juist deze min of meer archaïsche, maar tegelijkertijd vaak woest-grappige hang naar de seksuele vrijheden van de jaren zestig, en de woeste nachten van de jaren negentig maken nu juist de attractie van Beigbeders schrijverschap uit.

Tot nu toe tenminste. Want in zijn laatste roman, Une vie sans fin, vertaald als Een leven zonder einde, doet Beigbeder een manmoedige poging de lezer ervan te overtuigen dat hij tot inkeer is gekomen, en is aangeland op een keerpunt in zijn onmatige, hedonistische leven. De ik-figuur van de roman, in wie we van Beigbeder best de auteur mogen herkennen, is namelijk vijftig jaar oud geworden. Dat is de leeftijd waarop de man zich plotseling realiseert dat niet alleen zijn beste, maar ook zijn meeste jaren achter hem liggen en in je lichaam bijna elke dag wel ergens iets pijn doet. Even aangenomen dat je de 75-jarige leeftijd zult bereiken, heb je nog ruim 9000 dagen, om… Ja, om wat eigenlijk? Je vermaken? Je voort te planten? Te genieten van het leven? Maar hoe dan, in een situatie van afnemende vermogens?

De conclusie, volgens Beigbeder, moet zijn dat de dood geen optie kan zijn. Er zijn al genoeg exemplaren van de homo sapiens dood gegaan in de afgelopen millenia, vele miljarden zelfs. Het heeft geen enkele zin om aan de gestorven mensheid nog verder bij te dragen. Beigbeder gaat voor het eeuwig leven of, als dat praktische bezwaren oplevert, toch tenminste voor een verlenging van het leven tot, laten we zeggen, drie eeuwen. Gelukkig maakt de medische wetenschap op dit gebied de laatste tijd grote vorderingen. Nog even volhouden en drastische levensverlenging is vermoedelijk even gewoon als een nieuwe heup. Une vie sans fin is Beigbeders speurtocht naar de praktische mogelijkheden tot verwezenlijking van zijn goede voornemen.

Une vie sans fin is, naar de vorm, een merkwaardig, hybride boek. Het is in de eerste plaats een lange journalistieke reportage, over de huidige stand van onderzoek naar dna, genetische manipulatie, het uitroeien van fatale aandoeningen en het verlengen van het leven. Bij de beschreven ontmoetingen gaat het om geleerden – Stylianos Antonarakis in Genève en George Church in Boston bijvoorbeeld – die echt bestaan en die Beigbeder ook daadwerkelijk geïnterviewd heeft. Une vie sans fin is eigenlijk een heel leerzaam boek, waarin je kunt lezen wat er op het punt van genetische manipulatie allemaal al mogelijk is, en welke duizelingwekkende vergezichten er bij dit onderzoek bestaan.

In de roman is de ik-figuur vader, met een tweede vrouw en twee dochters uit verschillende huwelijken, op zoek naar het eeuwig leven voor zichzelf en zijn kinderen. Het boek eindigt met een ode aan de geneugten van het eindige leven, en zoals in alle romans van Beigbeder is seks heel belangrijk. Maar dat verhaal is eigenlijk niet zo interessant, vergeleken bij de wetenschappelijke passages.

Het is gelukkig wel – ook dat is bij Beigbeder vaste prik – kapstok voor een groot aantal pakkende, aforistische opmerkingen. Als god niet bestaat en er geen leven na de dood is, is de enige optie eeuwig leven. Je begrijpt niet wat terroristen bezielt, want niemand kan tegen de natuurlijke dood op: 59 miljoen slachtoffers per jaar. Als iemand me vroeger verteld had dat ik met 50 op de achterbank van een taxi de veiligheidsriem zou omdoen! Eeuwenlang hebben mannen heldhaftig in oorlogen gevochten, nu springen ze touwtje in de fitness-club. Het sterven van je ouders heeft iets van slechte reality-tv. Denk je eens in wat voor een hypotheek je kunt opnemen als je drie eeuwen hebt om af te lossen. Als ik tien jaar alleen gezonde groenten eet, zal ik me zo vervelen dat die tien er honderd lijken. De VS zijn het enige land dat, na de atoombom te hebben uitgevonden, deze ook meteen op mensen heeft uitgeprobeerd.

Je moet er natuurlijk van houden, van het genre. Ik wel.

Frédéric Beigbeder: Une vie sans fin. Grasset, 2018
In Nederlandse vertaling van Marianne Kaas:
Een leven zonder einde. De Geus, 2019

Ook genoemd in dit blogje:
Frédéric Beigbeder: La frivolité est une affaire serieuse. L’observatoire, 2018.

Frédéric Beigbeder: Premier bilan après l’apocalypse. Grasset 2011.
Het vernietigend artikel van Eve Guiraud op de site Acrimed:
https://www.acrimed.org/Le-nouveau-magazine-Lui-Un-retour-branche-et-antifeministe-aux-annees-soixante
En de site van LUI:
http://www.luimagazine.fr

Afbeelding boven: de kaart van mijn zusje voor mijn 68-ste verjaardag, die hier toepasselijk lijkt. . Afbeeldingen onder: Frédéric Beigbeder (foto LUI) en de cover van het jongste nummer van LUI, dat inmiddels niet meer maandelijks, maar eens per kwartaal verschijnt.


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: