(27-11-2016)

Even niet aan Donald Trump denken. Maar een roman lezen: Michel Bernards Deux remords de Claude Monet, over het leven van de beroemde schilder (1840-1926), een van de weinige impressionisten die al bij zijn leven geld als water verdiende, vooral dankzij een aantal Amerikaanse verzamelaars. Gek eigenlijk dat je remords als meervoud niet in het Nederlands kunt vertalen – ‘wroegingen’ bestaan immers niet, evenmin als ‘spijten’.
De roman begint met de dood op het slagveld van Monets jeugdvriend en collega-schilder Frédéric Bazille, wiens naam we nu vermoedelijk in één adem zouden noemen met Renoir of Manet, wanneer hij niet was gesneuveld in de onbesuisde (en verloren) oorlog die keizer Napoleon III in 1870 was begonnen tegen Pruisen. Monet zelf wachtte het einde van de oorlog af in Londen – niet zozeer uit lafheid, want hij was begin jaren zestig vrijwillig jarenlang soldaat in Algerije. Maar hij was zojuist gehuwd met Camille Doncieux, het model van La femme en robe verte, het schilderij waarmee hij was doorgebroken op de salon van 1866, en hun was net een eerste zoon geboren.
Deze Camille zal hij daarna nog vele malen schilderijen. Zij volgt hem in 1870 naar Londen, en ook op zijn verblijf van vier maanden in Zaandam. In 1879 sterft Camille, kort na de geboorte van hun tweede zoon. Monets laatste portret van haar toont Camille op haar sterfbed.
Het grootste deel van de roman beschrijft Monets leven met Camille. Bernard is een meester in het beschrijven van een denkwereld die door visuele waarneming, en de verwerking daarvan in schilderijen wordt beheerst. Een vie romancée kun je dit boek eigenlijk nauwelijks noemen, in die zin dat heftige gevoelens en drama’s die je bij een biografie van een kunstenaar misschien zou verwachten hier vrijwel ontbreken. Het leven van Monet wordt gekenmerkt door een vriendelijk soort burgerlijkheid en toenemend succes, afgewisseld door perioden van geldgebrek, die nimmer dramatisch worden. De romancier Bernard munt uit door discretie en delicatesse.
Het werkelijke thema van het boek komt pas op het eind tevoorschijn. Het is een thema dat mij ook heeft bezig gehouden sinds vorig jaar mijn beste vriend overleed. Niet dat de mens sterfelijk is, is op zich verwonderlijk – dat weet je sinds je kind bent, en met de jaren neemt deze wetenschap nog toe. Maar dat het mogelijk is dat iemand die je hebt beschouwd als een essentieel deel van je omgeving – als mijn betere ik in sommige (niet alle) opzichten, in het onderhavige geval – door de dood kan worden weggerukt en dat mijn leven dan doorgaat, op het oog alsof er niets aan de hand is – dat ervaar ik als heel wonderlijk. En als ik eerlijk ben ook als tegennatuurlijk – al ben ik veel liever in leven dan dood, zeg ik er meteen bij. De dood, andermans dood in dit geval, is een van de wonderen des levens, net als de liefde.
De ‘deux remords’ uit de boektitel zijn de dood van jeugdvriend Frédéric en die van Camille. In 1918 vindt Monet een bijzondere manier om beiden te gedenken. Om de overwinning van Frankrijk in de Eerste Wereldoorlog te vieren – de in 1870 verloren landsdelen Elzas en Lotharingen komen weer bij Frankrijk – wil Monet de Franse staat acht reusachtige doeken uit de ongeveer 250 schilderijen tellende serie Nymphéas ten geschenke doen. Het zijn de grote doeken, voorstellende waterlelies in een vijver bij het huis van de schilder, die tot op heden te zien zijn in het Musée de l’Orangerie in Parijs. Maar Monet stelt daarbij een voorwaarde: zijn Femmes au jardin, een doek uit 1866, dient naar het Louvre te gaan en daar permanent tentoongesteld te worden. (Het hangt nu in het Musée d’Orsay.)
Vanwaar dit idee? Voor de drie figuren links heeft Camille model gestaan, voor de vrouw verder naar achteren Gabrielle, de vrouw op wie Frédéric op dat moment verliefd was. Het schilderij was in 1867 geweigerd door de jury van de Salon. Frédéric Bazille, zoon van een rijke woonbouwer uit de buurt van Montpellier, had het gekocht om zijn vriend financieel bij te staan. Dat Monet er op stond dat dit doek een prominente plaats in een staatsmuseum kreeg, was dus een hommage aan Camille en zijn overleden jeugdvriend. Femmes au jardin is niet Monets sterkste schilderij. Maar dat het zijn plaats heeft gekregen, vormt een wonderlijke overwinning op de dood.
En dan nu weer kijken wat Trump vandaag heeft gedaan om de fatsoenlijke mensheid om zeep te helpen.
Michel Bernard: Deux remords de Claude Monet. La table ronde, Parijs, 2016.
Afbeeldingen. Boven Femmes au jardin (1866). Onder La femme en robe verte(1866) en Camille Doncieux sur son lit de mort (1879)


Geef een reactie