(11-6-2017)

Samuel Beckett (1906-1989) was in Europa in 1964 al een gevierde avant-garde-toneelschrijver. Maar in de Verenigde Staten ging het moeizamer met de introductie van het werk van deze in Parijs wonende, in het Frans schrijvende Ier, die sinds de jaren vijftig al sensatie veroorzaakte met absurdistische stukken als En attendant Godot, Fin de partie, Krapps last tape en Oh, les beaux jours. Een van Becketts met weglopend of wegblijvend theaterpubliek kampende toneelregisseurs, Alan Schneider, en de baas van zijn Amerikaanse uitgever, Barney Rosset van Grove Press, hadden een idee: zou een filmproject Becketts artistieke horizon kunnen verbreden en tegelijk zijn acceptatie in de VS?
Eerst gingen de gedachten uit naar een drieluik, waaraan ook Harold Pinter en Eugène Ionesco een bijdrage zouden leveren – twee andere keien van het avant-garde-toneel. Maar Beckett was de enige wiens belangstelling zo ver ging, dat hij daadwerkelijk een scenario ging schrijven. Zo ontstond FILM, de enige cinematografische verrichting van Beckett, een film van twintig minuten die mij altijd heeft gefascineerd. En dat is in niet geringe mate te danken aan de hoofdrolspeler, de even geniale als enigmatische ster van de zwijgende film Buster Keaton (1895-1966) die hier, door geldnood gedreven, een van zijn laatste rollen speelt.
De Amerikaanse filmmaker Ross Lipman heeft aan FILM een documentaire gewijd, NOTFILM geheten. Omdat FILM voor mij zo belangrijk is, had ik mij zeer verheugd op die docu, maar om mij onduidelijke redenen heeft de film van Ross in 2015 wel op het IFFR in Rotterdam gedraaid, maar daar nauwelijks aandacht gekregen. Gelukkig heeft het BFI (British Film Institute) nu een voorbeeldige cassette uitgebracht met NOTFILM, FILM in de versie van 1965 en een merkwaardige Britse remake uit 1979, en andere materialen.
NOTFILM is het genre documentaire dat probeert van een film over een kunstwerk ook zelf weer een kunstwerk te maken. Dat loopt vaak niet zo goed af, met – in het onderhavige geval – allerlei pretentieuze verbindingen met Dziga Vertovs Man met de camera en beschouwingen dat met de digitalisering film zijn materiële kwaliteit verloren heeft. Maar desondanks komen we uit NOTFILM veel over FILM te weten. De introductie van Vertovs Man met de camera is trouwens niet geheel onzinnig: ook in FILM lijkt de camera zelf als een acteur op te treden.
FILM is een film over zien en niet gezien (willen) worden. Een oude man (Keaton) schuifelt over straat naar een grotendeels lege kamer, waar hij zich veilig waant voor de blik. Een hondje wordt uit de kamer gezet, een spiegel met een doek verduisterd, en een goudvissen-kom en een plaatje van een Sumerische godheid eveneens. Maar aan het eind wint de camera. De meeste tijd is Keaton alleen op de rug te zien – ook zijn blik wordt uit de film geweerd, tot aan de ontknoping.
Aanvankelijk hadden Schneider en Rosset – optredend als respectievelijk regisseur en producent – Charlie Chaplin voor de rol willen vragen, maar die voelde er niet voor en zo kwamen ze uit bij de pokerfaced komiek Buster Keaton. Schneider en Rosset waren, op filmgebied, eigenlijk amateurs, net als Beckett. Zulks in contrast met Keaton natuurlijk – die in deze periode in de VS enigszins in vergetelheid was geraakt – en ook de cameraman Boris Kaufman – overigens een broer van Dziga Vertov die na de Tweede Wereldoorlog carrière had gemaakt in Amerika.
De opnamen vonden plaats in New York, nabij Brooklyn Bridge. FILM had moeten beginnen met een straat-scène met figuranten, maar toen die eenmaal gedraaid waren, bleken ze onbruikbaar. Omdat het budget ontbrak ze over te doen, werd FILM bijna geheel een solo-performance voor Buster Keaton. Die deed overigens wat er van hem gevraagd werd – zonder zich verder met de inhoud van de film te bemoeien. Ook al ontnam het feit dat zijn gezicht niet in beeld mocht, hem zijn voornaamste handelsmerk – zijn pokerface – en werden ook de kleine gags waarmee hij op de set de actie verrijkte, genadeloos uit de uiteindelijke film geknipt.
Toch heeft Keaton later van zijn optreden in FILM veel plezier gehad. In de VS waren de talrijke zwijgende films waarin hij in de jaren twintig had geschitterd, en die hij meestal ook zelf had geregisseerd en geschreven, eigenlijk grotendeels vergeten. In Europa daarentegen werd hij in de jaren zestig, vooral door de Franse adepten van de nouvelle vague, herontdekt als een grootmeester van de ‘pure’ film. Toen FILM in 1965 in première ging op het filmfestival in Venetië, in aanwezigheid van de hoofdrolspeler, leidde dat tot een staande ovatie en hommage aan de filmpionier Keaton, die hem zienderogen verraste en genoegen deed.
FILM heeft er dus ontegenzeggelijk toe bijgedragen, dat Keaton zijn plaats heeft gekregen in het Pantheon van de filmgeschiedenis. FILM zelf daarentegen is min of meer als rariteit uit het oog verdwenen in het museumcircuit – de film leent zich naar lengte en inhoud ook niet voor een breed publiek, als we eerlijk zijn. Samuel Beckett inmiddels heeft zijn zegetocht door de theaters van de wereld voortgezet, en kreeg in 1969 de Nobelprijs voor zijn invloedrijke werk. Maar aan een film heeft hij zich nimmer meer gewaagd.
FILM/NOTFILM. 1965+2015. BFIS 1235
FILM is HIER te zien, op het onvolprezen avantgarde-archief Ubuweb.
Afbeeldingen. Boven: set-foto uit 1965 met Keaton en Beckett. Onder: twee stills uit FILM.


Geef een reactie