
In ‘Nuit blanche’ – ‘slapeloze nacht’ – vertelt de Franse filosoof en schrijver Bernard-Henri Lévy over een doorwaakte nacht. Of liever gezegd over een van zijn vele doorwaakte nachten. Al sinds jaren lukt het hem niet om op natuurlijke wijze de slaap te vatten. Gelukkig zijn er chemische middelen om te kunnen slapen – en daarvan blijkt de auteur een kenner, zoals anderen een kenner zijn van wijnen. Hij kent de werking van de verschillende middelen, hun eigenaardigheden en vooral de lengte van hun werking – verslapen is er niet meer bij voor Lévy.
Lévy is een al sinds de jaren zeventig in Frankrijk aan de weg timmerende ‘publieke intellectueel’ – zozeer een bekende verschijning dat hij ook wel kortweg ‘BHL’ wordt genoemd – iedereen weet dan over wie je het hebt. Ooit was hij een van de zogeheten ‘nouveaux philosophes’, een school van jonge intellectuelen die zich verzetten tegen de in de jaren zeventig, kort na 1968 dus, overheersende gedachte dat intellectuelen vanzelfsprekend (extreem)links of marxistisch angehaucht zouden moeten zijn. Twee van hen heb ik wel eens mogen interviewen: Alain Finkielkraut (die als enige denker van betekenis Renaud Camus – de uitvinder van de ‘omvolking’ – nog serieus schijnt te nemen, lid is geworden van de Académie Française en wekelijks een uitzending op France Culture heeft) en Pascal Bruckner, zonder de twijfel de meest leesbare van de drie hier genoemden.
BHL heb ik dus nooit ontmoet en ik kan ook niet zeggen dat me dat erg spijt. Hij is een egotripper zonder gelijke, al moet ook worden gezegd dat hij zich verdienstelijk inzet voor de verdrukten der aarde, met name de slachtoffers van oorlogen en geweld. Het ergste is daarbij dan nog dat hij meestal gelijk heeft – zoals recent bij zijn reizen naar het front in Oekraïne. Hoewel, niet altijd heeft hij gelijk, naar mijn gevoel. In zijn onversneden bewondering voor de Bosnische president Alija Izetbegovic tijdens het beleg van Sarajevo in 1993 kon ik mij maar matig vinden. Dat was overigens ook de tijd dat BHL een invloedrijk man leek en het oor had van president François Mitterrand. Dat leidde er mede toe dat Franse troepen in VN-verband een soort humanitaire waarnemersmissie gingen uitvoeren – ik heb van de bescherming van het Franse vreemdelingenlegioen een aantal malen gebruik mogen maken.
Sindsdien is BHL te gast geweest in heel veel andere oorlogen, waaronder gewapende conflicten die nu min of meer vergeten zijn. Er zijn trouwens altijd oorlogen die niet of nauwelijks de aandacht trekken. In Nederland maken veel mensen zich druk over de oorlog in Gaza en die in Oekraïne, maar als het om Myanmar, Soedan, Mali of Congo gaat is dat al heel wat minder. Maar het siert BHL natuurlijk zeer dat hij zich zo druk maakt over steeds weer nieuwe oorlogen. Elke oorlog opnieuw klaagt hij de wereld aan, omdat deze werkeloos toekijkt hoe mensen worden afgeslacht en hun rechten met voeten getreden worden. En het lijkt er ook niet beter op te worden, nu in Washington een president is aangetreden die zich niet bekommert om de wereld buiten de VS, het ‘Westen’ als Atlantische gemeenschap nauwelijks meer lijkt te bestaan en de macht van de Verenigde Naties en andere supranationale structuren wordt ondergraven. De droom van een ‘op regels gebaseerde wereld’ en ‘soft power’ lijkt uitgedroomd.
Tekenend voor de gecompliceerde positie van een strijder tegen onrecht als BHL is diens houding tegenover de oorlog in Gaza. De auteur staat vierkant achter het Israëlische optreden daar en meent ook dat het een vorm van antisemitisme is, het Israëlische optreden daar ‘genocide’ te noemen. De strijd tegen Hamas stelt Lévy op één lijn met de Oekraïense strijd tegen de Russische invasie. Tegelijkertijd weet BHL zich hier in gevaarlijk gezelschap: in een open brief aan de Israëlische president Herzog meldt hi zich af voor een door deze georganiseerde conferentie over antisemitisme, omdat daarvoor ook vertegenwoordigers van Europees extreem-rechts zijn uitgenodigd.
Maar het is niet dit ‘kruiend wereldbeeld’ – om met Henk Hofland te spreken – waar BHL in ‘Nuit blanche’. op ingaat. Voor een schrijver die zozeer bekend staat als een geëngageerde verslaggever in oorlogsgebieden, is dit boek bepaald verrassend. BHL gaat bijna niet in op actuele ontwikkelingen. Het boek is een nogal intieme beschrijving van wat er door het brein van de auteur spookt, voordat hij met een pilletje tenslotte toch in Morpheus armen belandt. ‘Nuit blanche’ heeft veel weg van een voorschot op de nog te schrijven mémoires van de auteur – die trouwens vertelt dat hij al zijn leven lang dagelijks aantekeningen voor zijn autobiografie dicteert aan een behulpzame assistente. Het resultaat van deze arbeid is, zo lezen wij, een ontzagwekkende hoeveelheid papier die ondanks elders moest worden ondergebracht omdat de huur van de opslag was opgezegd.
Het is wel te hopen dat die autobiografie – als die er ooit komt – wat spannender uitvalt dan ‘Nuit blanche’. Dat boek is een betrekkelijk diffuse verzameling overdenkingen en herinneringen. Soms lees je die met plezier, zoals de anekdote over het gesprek van BHL met de Israëlische premier Benjamin Netanyahu, die hem ervan probeert te overtuigen om ook een pacemaker te nemen – handig, want zo’n apparaat gaat gewoon door, ook als je al dood bent. De dood speelt overigens een grote rol in Lévy’s slapeloze nachten – de vele doden die hij op zijn reizen naar oorlogen heeft gezien. Hij blijkt overigens ook geen voorstander van slaap. ‘Dormir c’est mourir un peu’, schrijft hij als variatie op de bekende spreuk dat vertrekken een beetje doodgaan is.
De Franse uitgever, Grasset, heeft om het boek een bandje gedaan waarop een deel van ‘Nocturne in black and gold – the falling rocket’ van James McNeill Whistler (1834-1903) te zien is, een uit 1875 daterend schilderij uit de ‘l’art pour l’art’-school waarvan de dichter en kunst-criticus Charles Baudelaire (1821-1867) een groot bewonderaar was. Baudelaire is een van BHL’s favoriete auteurs. Het schilderij toont een vuurpijl die na het afschieten onbedoeld weer op aarde inslaat. Zou dat een grapje zijn waarmee de uitgever wil laten merken dat ‘Nuit blanche’ niet echt opstijgt?
Bernard-Henri Lévy: Nuit blanche. Grasset, 2025.
Voor de diverse standpunten van BHL is er diens tweetalige website: https://bernard-henri-levy.com/en/
Afbeeldingen: 1. ‘Nocturne in black and gold – the falling rocket’ van James McNeill Whistler (circa 1875, Detroit Institute of Arts); 2. ‘De slaap van de rede brengt monsters voort’ van Francisco de Goya (1797-1799) (Museo del Prado)


Geachte heer van den Boogaard,
Enkele weken geleden stuurde u abusievelijk de conceptversie van een beschouwing over het constante van het populisme in de Franse politiek met de mislukte couppoging van general Boulanger als aanknopingspunt. Ik hoop dat u dit onderwerp niet voor goed terzijde heeft gelegd. Het lijkt mij dat uw lezers, ik in ieder geval, daar nog het nodige over kunnen opsteken.
met vriendelijke groet,
Joost Dirkzwager
LikeLike
Komt nog….
LikeGeliked door 1 persoon