Vijftig jaar licht en vrijheid

Is iemand die tientallen jaren bij een krant gewerkt heeft, deels in de verantwoordelijke functie van adjunct-hoofdredacteur, een geschikte geschiedschrijver voor diezelfde krant? Die vraag dringt zich op bij lezing van ‘Slijpen aan de geest’ van John Kroon, een geschiedenis van vijftig jaar NRC Handelsblad. Het is een kloek (meer dan 500 pagina’s) werk boordevol feiten en feitjes. Kroon heeft een vrij curieuze opvatting van zijn taak als geschiedschrijver. Hij schrijft zich zoveel mogelijk te onthouden van een mening over de feiten: “Oordelen laat ik aan de lezer over. Wie een rode lijn zoekt, zal die niet vinden…”. Deze methodiek, legt Kroon uit, past bij zijn onderwerp: NRC Handelsblad, een krant die zijn lezers niet vertelt wat ze moeten denken, maar die lezer met feiten en achtergronden in staat wil stellen zich een mening te vormen.

Dat klinkt verantwoord en sympathiek, maar het is de vraag of het voor een geschiedwerk voldoende is. En zelfs of het wel waar is. Berichten en analyses in een krant zijn, ook wanneer ze niet tendentieus of partijdig zijn opgeschreven, altijd onderhevig aan meestal onuitgesproken oordelen en rode lijnen: dit feit verdient aandacht, dat feit niet, deze politieke gedachte verdient het uitvoerig behandeld te worden als een valide bijdrage aan het publieke debat en die andere misschien wat minder. Dat Kroon zich hier verschuilt achter ‘neutrale’ feiten verrast mij eigenlijk niet want dat was ook de benadering van hoofdredacteur Folkert Jensma, van wiens hoofdredactie Kroon als adjunct deel uitmaakte.

In diens ambtsperiode vielen de opkomst van Fortuyn en de moord op deze politicus, over importantie waarvan – om het zacht uit te drukken – destijds nogal verschillend werd gedacht door mijzelf en andere Haagse redacteuren, en die hoofdredactie. Ik denk niet dat Jensma en Kroon de minste sympathie voelden voor Fortuyn en de politieke partij die hij Nederland naliet, de LPF. Maar ze waren wel enorm benauwd bij tekenen van kritische inslag of raillerende behandeling in de berichtgeving over Fortuyn of de LPF – vooral nadat Jensma bij wijze van uitzondering een buitengewoon kritisch hoofdartikel had geschreven over Fortuyn dat ongelukkigerwijs net verscheen op de middag van de moord. Populistisch Nederland ontzag zich niet om NRC Handelsblad daarom op zijn minst van morele medeschuld aan de moord te betichten.

Er was de hoofdredactie veel aan gelegen verder geen voedsel te geven aan verwijten van vooringenomenheid jegens de LPF en het ‘Fortuynisme’. Dat had soms merkwaardige gevolgen. De LPF verkeerde permanent in interne crisis en ik herinner me dat ik een bericht schreef over een ophanden zijnd crisisberaad waarvoor een van de kopstukken van de partij, naar hij mij zelf aan de telefoon vertelde, zijn vakantie in Marbella voortijdig had moeten afbreken. (Marbella, voor wie dat niet mocht weten, is de patjepeeërs-badplaats bij uitstek aan de Spaanse Costa del Sol, helemaal Julio Iglesias-land zeg maar). Al spoedig na het inleveren van mijn bericht kreeg ik een binnenland-redactrice aan de lijn, kennelijk belast met het toezicht op LPF-schadende toespelingen. ‘Wat bedoel je met dat zinnetje over Marbella?’, vroeg zij wantrouwig. ‘Nou gewoon, dat hij zijn vakantie daar heeft onderbroken. Feit’, antwoordde ik. Maar Marbella haalde de krant dus niet, die avond. Echt geschaamd voor mijn eigen krant heb ik me toen een of andere halve zool van de LPF-fractie uit het niets om wederinvoering van de doodstraf had gevraagd en de hoofdredactie de Haagse redactie onder druk zette daaraan uitvoerig en onpartijdig aandacht te besteden. Er moest een uitvoerig achtergrondstuk komen met voors en tegens – alles beter kennelijk dan de nieuw-gevonden stem des volks naar het dommenhoekje te verwijzen.

Over de verwikkelingen rond Fortuyn schrijft Kroon vrij uitgebreid in ‘Slijpen aan de geest’. Er staat zelfs in dat schrijver dezes in een gesprek met Jensma Fortuyn een ‘fascist’ genoemd heeft, hetgeen volgens sommigen mede van invloed is geweest op dat hoofdartikel waarvan de hoofdredacteur later een tikje spijt had. Het min of meer vrome standpunt van de hoofdredactie bleef, of werd eigenlijk eerder, dat de krant wellicht in voorgaande jaren te weinig oog had gehad voor in de bevolking sluimerende ongenoegens, waarvan Fortuyn zich de tolk had gemaakt. Dat was niet mijn standpunt, maar natuurlijk wel een alleszins redelijke en fatsoenlijke kijk op de zaak. Het lijkt me alleen nogal onzin om te zeggen dat aan zo’n beleidslijn geen ‘rode lijnen’ of opinie-achtige gedachten ten grondslag liggen. Die zijn er natuurlijk altijd en terecht want ze geven ‘smoel’ aan een krant. Een krant zonder rode lijn is een ongenietbaar mededelingenblad, en dat is NRC Handelsblad nooit geweest.

Zo’n ‘smoel’ ontbreekt dus enigszins in ‘Slijpen aan de geest’. Het best werkt Kroons ‘feitelijke’ aanpak nog bij de schildering van de ingewikkelde eigendomsverhoudingen waarmee de krant door de jaren heen moest leven. Deze ‘uitgeef-geschiedenis’ van NRC Handelsblad is verreweg het sterkste punt van het boek. Zeer gedetailleerd zet Kroon uiteen hoe de NDU, waartoe de NRC met het Algemeen Dagblad behoorde, eerst in handen kwam van Elsevier en later van PCM. Over dit laatste concern, waarbij de krant binnen één bedrijf samen moest werken met haar grootste concurrent, ‘de Volkskrant’, is Kroon terecht zeer kritisch. Maar aan de andere kant lijkt me een zekere rehabilitatie van de PCM-tijd op zijn plaats. Hoe stroperig en verbureaucratiseerd het PCM-concern misschien ook was, met name nadat het was uitverkocht aan de Britse investeringsmaatschappij Apax – in al die jaren kon de redactie van de NRC naar eigen inzicht een krant blijven maken, met oog voor de eigen tradities en stijl. Er kon zelfs geïnnoveerd worden, gezien de oprichting van nrc.next, een aanvankelijk zeer succesvolle en spannende krant voor jongere lezers.

Die mogelijkheden en eigenmacht van de redactie ontbraken in de volgende fase van de eigendomsverhoudingen: het tijdperk waarin media-ondernemer Derk Sauer en zijn vrienden de krant in handen kregen, met als meerderheids-aandeelhouder de investeringsmaatschappij Egeria. Sauer zag, naar hij zich eens heeft laten ontvallen, de NRC voornamelijk als een fossiel uit zijn ouderlijk huis en verder als een ‘middel om HBO+ zoveel mogelijk geld uit de zak te kloppen’. Daar handelde hij ook naar. Nadat de nieuwe eigenaren zich met een list hadden ontdaan van de zittende hoofdredacteur, Birgit Donker, haalden zij de Belg Peter Vandermeersch binnen om hun commerciële inzichten vorm te geven. De gevolgen van een of ander waren op de korte termijn vrij vreselijk. De nieuwe eigenaren en hoofdredacteur hadden maar nauwelijks belangstelling voor de wat omzichtige cultuur ter redactie en in de kolommen. De krant ging over op het eerder ‘ordinair’ geachte tabloid-formaat, effectbejag in koppen werd de norm, een vriend van Sauer mocht het esoterische blad ‘Ode’ als supplement bij de krant voegen en ter redactie regende het woedende schreeuwpartijen bij tegenspraak, of zelfs ontslagdreiging. Het karakter van de krant veranderde grondig: van een bolwerk van weldenkendheid naar een journalistieke allemansvriend. Het innovatieve product nrc.next ging ten onder aan wanbeleid. Bosjes jonge redacteuren met talent zochten elders een goed heenkomen.

Een van de belangrijkste vragen ten aanzien van NRC Handelsblad nu is natuurlijk of het inmiddels beëindigde tijdperk Vandermeersch een vloek of een zegen is geweest. Heeft hij de krant, als een Nederlands cultureel verschijnsel van waarde, de das omgedaan? Of heeft hij integendeel de NRC ontdaan van allerlei hinderlijke ballast en dor hout en het orgaan een nieuwe toekomst gegeven? Je zou van de geschiedschrijver van de NRC toch minstens een hint verwachten welk antwoord hij prefereert. Maar die blijft uit. De wederom zeer gedetailleerde schildering van allerlei schandaaltjes en ruzietjes valt voor Vandermeersch over het algemeen niet zeer gunstig uit. Het algemene beeld dat je krijgt is van een man die wellicht inderdaad hield van de krant waarover hij de leiding had gekregen – zoals hij niet moe werd links en rechts te verzekeren – maar die deze liefde geheel autonoom in beleid omzette, zonder zich erg vaak te verstaan met de redactie en na te gaan hoe zij die liefde voelden.

Op den duur had dat een zeer eroderend effect op de redactie. Vandermeersch was in 2010 als een halfgod onthaald door een deel van de redactie, dat van hem de verlossing uit de tradities verwachtte – een verering die de nieuwe hoofdredacteur zich graag liet aanleunen. De praktijk werkte ontnuchterend en negen jaar later waren het in sommige gevallen de vroegere aanbidders die zich tot de grootste criticasters hadden ontwikkeld – geen mooi gezicht. Toch heeft, lijkt me, NRC Handelsblad wel degelijk in hoge mate geprofiteerd van de daadkracht en het strategisch inzicht van Vandermeersch (aan wie ik, vreemd genoeg, nooit echt een hekel heb gehad al vond ik dat hij de krant inhoudelijk naar de donder hielp). Zowel de verhuizing vanuit de Rotterdamse Alexanderpolder naar het centrum van Amsterdam, als het feit dat de krant aan de financiële hyena’s is ontsnapt en nu weer eigendom is van een echt uitgeversconcern – Mediahuis, waaruit Vandermeersch afkomstig was – lijken me in belangrijke mate op het conto van de Belg te schrijven.

‘ Slijpen aan de geest’ biedt natuurlijk veel meer dan de uitgeef-geschiedenis en de economische aspecten van het krantenbedrijf. Kroon beschrijft, meestal weer zeer uitvoerig, een ontzagwekkende hoeveelheid schandaaltjes, relletjes, beroemd geworden artikelen of cartoons en de mensen erachter. Je kunt alleen maar diepe bewondering hebben voor de veelheid en feiten en details die Kroon weet op te diepen en die van zijn boek – ook al door het nadrukkelijke afzien van een visie of rode draad – misschien eerder een archief dan een geschiedverhaal maken. Enigszins onrustig werd ik bij lezing van het gegeven dat als het gaat om feiten over mijzelf, of dingen die ik van nabij heb meegemaakt, ze vaak niet kloppen. Het is niet echt belangrijk maar Willem Oltmans heeft in 1982 niet geageerd tegen mijn correspondentschap in Moskou, en evenmin ben ik in 2016 bij de krant vertrokken omdat mijn column werd gestaakt; Oltmans had in 1980 al geheel uit de lucht gegrepen dat ik door de BVD onder druk was gezet en ik ben in 2016 gewoon met pensioen gegaan op de datum die daarvoor stond. Je vraagt je af waarom een auteur die zich zozeer bekent tot feitelijkheid, zulke details niet heeft gecheckt.

Curieus is bijvoorbeeld ook dat Kroon uitvoerig aandacht besteedt aan het feit dat er bij de val van de Berlijnse Muur geen verslaggever van de NRC aanwezig was, maar kennelijk niet weet hoe dit kwam. De schuld lag bij de overigens voortreffelijke redacteur Oost-Europa, Peter Michielsen. Die vond dat je politieke verwikkelingen in zijn ressort het beste vanachter het bureau in Rotterdam kon beschrijven en zag verslaggevers ter plaatse min of meer als onzakelijke ballast. Van de ‘Wende’ in Oost-Berlijn was maandenlang uitvoerig verslag gedaan door (de latere hoogleraar) Henri Beunders. Toen deze door een andere redacteur zou worden afgelost, maakte Michielsen het hem zo tegen (‘we hebben al veel te veel gehad uit Berlijn, Bulgarije is ook onze aandacht waard’) dat de verslaggever in kwestie boos naar Nederland was teruggekeerd – hetgeen pas op 9 november tot de relevante gremia doordrong.

‘Slijpen aan de geest’ blijft ondanks alles een sterk staaltje: een baaierd aan informaties en gegevens over 50 jaar krant. Het is alleen dus een beetje jammer dat het boek niet een net wat hogere vlucht neemt – niet om de lezer te beleren maar om tot uitdrukking te brengen wat NRC Handelsblad in die 50 jaar betekend heeft, voor de Nederlandse samenleving in den brede en voor de mensen die er gewerkt hebben en nog werken. Wat mijzelf betreft waren die 38 jaar een groot avontuur, gekenmerkt door de mogelijkheid met zeer uiteenlopende aspecten van de werkelijkheid kennis te maken, en te werken in een atmosfeer die meestal door grote vrijmoedigheid werd gekenmerkt. Van 1978 tot 2016 was de krant een groot, en vaak alles overheersend deel van mijn leven. Redacteur van NRC Handelsblad was meer dan een baan – eerder een roeping of doem. Ik weet zeker dat veel collega’s dat met mij zo hebben gevoeld, hoe kritisch we misschien ook waren op onze eigen krant. Dit lot wens ik alle redacteuren die na mij komen, dan ook van harte toe.

John Kroon: Slijpen aan de geest. Vijftig jaar NRC Handelsblad. Prometheus, Amsterdam 2020.

Afbeeldingen: 1. De buitenlandredactie van NRC Handelsblad rond 1979. De indruk dat de redactie, nog in het oude gebouw van de Nieuwe Rotterdamse Courant aan de Witte de Withstraat in Rotterdam, krap gehuisvest was, is volkomen gerechtvaardigd. V.l.n.r.: redacteur Wim Weenink, opmaak-redacteur Sjoerd Hesselbach, redacteur Ileen Montijn, buitenland-chef Steven de Winter en redacteur Carolien Roelants. Foto: Eddy de Jongh / Nederlands Fotomuseum). 2. Het oude NRC-bolwerk aan de Witte de Withstraat te Rotterdam, rond 1960. De hoofdingang aan de straat was in later jaren dichtgemaakt, de employees betraden het pand door een ingang van een nieuwe vleugel aan de Westblaak. Foto: Frits J. Rotgans / Nederlands Fotomuseum.

2 gedachten over “Vijftig jaar licht en vrijheid

Voeg uw reactie toe

  1. Mooi verhaal wederom, veel dank. Blij dat je weer kunt typen! Ik denk nog vaak aan Ollie B Bommel en ook aan Tom Poes en alle anderen. Ik heb in Toonder’s Rommeldam zelfs eens een notaris zien passeren, die luisterde naar de naam Sleurtjes. Jammer genoeg voor mij was het optreden van Sleurtjes, voor zover ik weet – een eenmalige gebeurtenis.

    Beste groet,

    Hans hasleurink@gmail.com

    >

    Like

  2. PS – Volgens Google hield notaris Sleurtjes (ook?) kantoor bij Panda in het Leidsch Dagblad:

    Mooi verhaal wederom, veel dank. Blij dat je weer kunt typen! Ik denk nog vaak aan Ollie B Bommel en ook aan Tom Poes en alle anderen. Ik heb in Toonder’s Rommeldam zelfs eens een notaris zien passeren, die luisterde naar de naam Sleurtjes. Jammer genoeg voor mij was het optreden van Sleurtjes, voor zover ik weet – een eenmalige gebeurtenis.

    Beste groet,

    Hans hasleurink@gmail.com

    >

    Like

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑