Het sombere testament van Michail Sergejevitsj

Michail Sergejevitsj Gorbatsjov, nu 88, kan bij mij geen kwaad doen. Niemand had in 1985 kunnen denken dat een zo fatsoenlijk, en zelfs aardig man als hij leider van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie kon worden. Ofschoon veel van wat er in het Kremlin rondom zijn opkomst gebeurd is, tot op de dag van vandaag in nevelen blijft gehuld, is zijn verdienste onmiskenbaar: hij heeft een einde gemaakt aan het totalitaire systeem van de USSR, en ook aan de Koude Oorlog. En we moeten hem vooral ook dankbaar zijn voor de dingen die hij níet gedaan heeft. Toen hem duidelijk werd dat de werkelijkheid zijn aanvankelijk bescheiden plannen voor een herstart van het Sovjet-systeem en vreedzame coëxistentie met het Westen vér te boven ging, en de hele Sovjet-structuur in elkaar donderde, is hij niet op de rem gaan staan, met alle politionele en militaire capaciteiten waarover zijn Sovjet-Unie op dat moment nog steeds beschikte. Op 25 december 1991 trad hij af, als president van de daags tevoren opgeheven Sovjet-Unie. Onvrijwillig, maar fatsoenlijk tot het eind.

Juist de dankbaarheid die de wereld hem verschuldigd is, maakt dat hij wellicht een beter politiek testament had verdiend dan ‘Wat er op het spel staat’, zijn boek dat vandaag – ook in Nederlandse vertaling – verschijnt. Het is Gorbatsjovs eigen inschatting van de stand van de wereld in 2019, zo’n dertig jaar later dus. Niet dat je het niet eens kunt zijn met de meeste van Gorbatsjovs sombere constateringen: er dreigt een nieuwe nucleaire wapenwedloop, de Oost-West-betrekkingen gaan aardig in de richting van een nieuwe Koude oorlog, populisme bedreigt de democratieën, de Verenigde Staten gedragen zich steeds onvoorspelbaarder, de wereld heeft nauwelijks nog greep op milieu en klimaat. Op alle fronten lijkt agressie de plaats te hebben ingenomen van constructief, redelijk overleg ter vermindering van spanningen.

Dat zijn allemaal betrekkelijk onaanvechtbare constateringen, voorgedragen in de nogal wollige, schijnbaar naïeve trant die tussen 1985 en 1991 ook al Gorbatsjovs optreden vaak kenmerkte. Vanwege die stijl vermoed ik dat hij het boek zelf geschreven heeft, ondanks zijn gevorderde leeftijd. Hij is het product van een politieke cultuur – als je de Sovjet-ideologie zo kunt noemen – waarin je de dingen vooral niet al te duidelijk bij de naam kon noemen, op straffe van excommunicatie uit het systeem.

Je kon hoogstens af en toe een verrassend accent leggen, als een suggestie dat je iets anders in de zin had. Dat maakte het luisteren naar en lezen van zijn talrijke lange redevoeringen in de jaren tachtig tot een tijdrovende bezigheid, met vaak teleurstellende opbrengst. Het was meer de context van de Sovjet-Unie, waarin tot zijn aantreden nooit iets kon, die aan zijn optreden betekenis gaf. Want op het eerste gehoor bleef veel onduidelijk. Zelfs wat nu eigenlijk de precieze betekenis was van termen als ‘perestroika’ of ‘glasnost’ was meestal een tikje duister. Om nog maar te zwijgen over de uitdrukking ‘het nieuwe denken’ (‘novoje mysjlenije’) die ook in ‘Wat er op het spel staat’ regelmatig opduikt.

Maar onduidelijkheid sluit succes niet uit. Ik herinner me dat vooral linkse Nederlanders soms razend enthousiast waren over ‘het nieuwe denken’ – het soort term waar de met propagandistische humbug doodgegooide Sovjet-burger schouderophalend aan voorbij ging. Tot op de huidige dag trouwens is de waardering voor Gorbatsjov in het Westen meer uitgesproken dan die in Rusland. Daar wordt hij toch net iets minder gezien als de heraut van een nieuwe tijd, en iets meer als de laatste vertegenwoordiger van de oude tijd, die weliswaar de weg baande voor een vrijer bestaan, maar tegelijkertijd de Sovjet-macht, economisch en politiek, de genadeklap heeft gegeven, met allerlei dramatische gevolgen voor miljoenen Russen.

Dat ‘Wat er op het spel staat’ veel lezers zal vinden in Rusland mag onwaarschijnlijk heten. Het boek lijkt duidelijk geschreven voor een Westers publiek – wat onder andere betekent dat Gorbatsjov opnieuw niet uit de school klapt over de omstandigheden waaronder hij Sovjet-leider werd. Persoonlijk huldig ik de stelling dat de KGB, die zich in die tijd tot een soort ‘staat in de staat’ had ontwikkeld en het voortouw nam omdat de ‘normale’ organen van staat en partij verlamd waren, daaraan niet vreemd is geweest.

In zekere zin lijkt Gorbatsjov anno 2019 nog steeds loyaal aan de partij-idealen die, sinds zijn adolescentie, zijn leven als partijfunctionaris hebben beheerst. Met zijn in 1999 overleden echtgenote Raïsa Maksimovna had hij rond 1960 de zogeheten ‘Dooi’ meegemaakt, toen onder partijleider Nikita Chroesjtsjov de Sovjet-Unie uit de nachtmerrie van het Stalinisme ontwaakte en vooral de jeugd de hoop koesterde dat de USSR een vrijer en opener, in de wereld geacht land zou worden. Mij lijkt dat Gorbatsjov in 1985 dacht dat het alsnog mogelijk zou de idealen van de ‘Dooi’ te verwezenlijken – een illusie die al spoedig in duigen viel.

In het nieuwe boek blijkt terloops dat hij sommige elementen uit de Sovjet-ideologie van voor zijn aantreden nog steeds onderschrijft. Dat geldt bijvoorbeeld voor zijn opvatting dat de Sovjet-Unie altijd stond voor vrede en nucleaire ontwapening – zeker doelstellingen die op veel spandoeken stonden en opdoken in redevoeringen en partijdocumenten, maar helaas door het optreden van de Sovjet-Unie vaak werden weersproken. Gorbatsjov refereert ook aan de door Moskou na de Tweede Wereldoorlog onder de duim gehouden landen van het Sovjet-blok als ‘onze bondgenoten’ – een visie die in Polen, Hongarije, Tsjechoslowakije etc. op weinig bijval kan rekenen.

“Ik heb misschien gefaald als politicus”, schrijft Gorbatsjov, met een begin van schuldbewustzijn. “Mijn zelfvertrouwen liet me in de steek en ik zag het dubbele gevaar niet aankomen – van de heethoofden en de ongeduldige radicalen en van de reactionairen in mijn eigen omgeving”. Zijn feilen is in zijn ogen echter louter tactisch. Als, zoals hij gewild had, de Sovjet-Unie was blijven bestaan, omgebouwd tot een echte federatie, zou het land door het Westen minder snel als wereldmacht zijn afgeschreven, denkt hij. Dat is een aanvechtbare stelling. Het probleem was nu juist dat er een zodanige stagnatie was ingetreden dat Rusland zich de greep op zijn periferie en de financiering van een wereldrijk niet meer kon veroorloven.

Als het aan Gorbatsjov gelegen had, was de Sovjet-Unie ook een ‘socialistisch’ land gebleven. Kennelijk heeft hij daarbij het voorbeeld van de Westeuropese sociaal-democratie voor ogen, aan wier neergang hij een nogal overbodig hoofdstuk wijdt.

Dat het zo slecht gaat met de wereld komt dus niet door hem, vindt hij, maar voornamelijk door de houding die het Westen en in het bijzonder de Verenigde Staten na 1991 hebben ingenomen. Dat is vermoedelijk het element uit ‘Wat er op het spel staat’ dat in datzelfde Westen de meeste aandacht zal krijgen. Gorbatsjov, en zijn opvolgers in het Kremlin zijn bitter teleurgesteld in de resultaten van hun concessies aan het eind van de Koude Oorlog.

Zij hadden bijvoorbeeld verwacht dat er op dat moment, toen de machtsblokken van de VS en de USSR niet meer van belang leken, in Europa een soort neutrale toestand zou ontstaan – een verregaand gedemilitariseerd subcontinent waarin Rusland, dat voor Gorbatsjov een ‘Europese natie’ is, een belangrijke factor zou zijn.

Maar zo is het niet gelopen. Het Westen is goeddeels doof gebleven voor oproepen uit Moskou voor een collectief veiligheidsarrangement in wat Gorbatsjov nog steeds ‘ons gemeenschappelijke Europese huis’ noemt. De Navo werd, in tegenstelling tot zijn tegenhanger, het Warschau-pact, niet opgeheven maar integendeel uitgebreid met landen uit het voormalige Sovjet-blok die weinig vertrouwen hadden in de onmogelijkheid van Russische expansieve neigingen en machtspolitiek in de toekomst. Hetzelfde verwijt, van anti-Russisch opdringen in oostelijke richting, heeft Gorbatsjov ook in petto voor de Europese Unie.

De in het Kremlin eind jaren tachtig bestaande verwachting dat er in Europa dus een soort ‘neutrale’ ruimte zou ontstaan – vermoedelijk ook de reden waarom Gorbatsjov zo grif akkoord ging met de Duitse hereniging – is dus niet bewaarheid. Gorbatsjov huldigt ook de uit Moskou wel vaker gehoorde stelling dat het een inbreuk was op de beloften die het Westen aan het eind van de Koude Oorlog had gedaan, met name dat de Navo niet verder naar het Oosten zou worden uitgebreid. In formele zin is dat niet waar, maar een vertrouwensbreuk was de Navo-uitbreiding zeker.

Bittere woorden heeft Gorbatsjov voor de ‘unipolaire’ wereld die na 1989 ontstond, met als enig overgebleven supermacht de VS die zich vrij voelden om in Irak en Joegoslavië en elders oorlogen te beginnen zonder toestemming van de Veiligheidsraad en de wereld, dus ook Rusland, hun keiharde versie van kapitalisme op te dringen. Hier klinkt Gorbatsjov net als de huidige president van Rusland, Vladimir Poetin. Beiden lijken te lijden aan het gevoel vernederd te zijn, bijvoorbeeld toen de Amerikaanse president Barack Obama Rusland ‘een regionale macht’ noemde, in plaats van de wereldmacht die het land wil zijn. Dat op andere momenten Rusland wel met égards is behandeld, bijvoorbeeld toen het land mocht toetreden tot de G7 terwijl Ruslands economisch gewicht daar geen aanleiding toe gaf, vormden voor de ervaren belediging kennelijk niet voldoende compensatie.

Poetins annexatie van de Krim in 2014 blijkt Gorbatsjov alleszins te kunnen billijken. Hij komt met het enigszins merkwaardige argument dat de administratieve overdracht van de Krim aan de Oekraïne in 1954 al ‘door niemand begrepen’ werd. Ook rept hij met geen woord over het militair karakter van de annexatie en meent dat deze door een referendum onder de bevolking van de Krim afdoende is gelegitimeerd. De Maidan in Kiev, de volksopstand die de Russisch-gezinde president Janoekovitsj verdreef, heeft duidelijk niet zijn sympathie. Hij verzwijgt hem en beschrijft de omwenteling als een smerige streek van de EU om Oekraïne in de Westerse invloedssfeer te brengen. Deze passages doen wel enige afbreuk aan het zelfbeeld van Gorbatsjov als een held van de vrijheid voor volkeren, hun eigen toekomst te bepalen.

Toch is er ook enige, soms min of meer besmuikte, kritiek op Poetin te lezen in ‘Wat er op het spel staat’. Dat betreft het binnenlands bestuur van de Russische Federatie, en het terugdraaien van democratische verworvenheden waarvan Gorbatsjov zich de vader acht. “Wees niet bang voor de burgers”, roept hij de huidige Kremlin-bewoners toe: “Een levendige, creatieve (.) burgermaatschappij is in het belang van zowel de burgers als de overheid zelf”.

Hij laakt de verwording van de Doema en andere verkozen gremia, die niet daadwerkelijk controle op de macht uitoefenen, de zinledige verkiezingen zonder ‘stimulans’, het ontbreken van echte, concurrerende politieke partijen. Het excuus daarvoor is het behouden van de stabiliteit in Rusland, maar het is geen democratische stabiliteit, schrijft Gorbatsjov. Poetins populariteit is reëel, net als zijn verdiensten. Maar één persoon aan de macht is te weinig voor het maatschappelijk debat en voor je het weet raakt een land verzeild in dezelfde euvelen waarmee hij in 1985 de strijd aanbond: stagnatie, inertie en politieke apathie.

Kijk, zo herkennen we Gorbatsjov weer: een rotsvast, volkomen on-cynisch vertrouwen in de toekomst en de mensen, desnoods tegen alle schijn in. Russen “zijn democratischer dan u denkt”, roept hij de wereld toe, en de “geleidelijke transformatie [van Rusland] in een civiele samenleving” zal er komen. Hij heeft het begin gemaakt en het zal doorgaan: “Perestroika heeft gewonnen. Terugkeren naar het verleden is onmogelijk”. Laten we hopen dat de bejaarde staatsman gelijk heeft. Aan Michail Sergejevitsj heeft het in ieder geval niet gelegen.

Michail Gorbatsjov: Wat er op het spel staat. Mijn oproep voor vrede en vrijheid. (Vertaling Gretske de Haan). Spectrum 2019

Op donderdag 26 september is er in Spui 25 een debatavond over het nieuwe boek van Gorbatsjov, met Tony van der Togt (Clingendael), Eva Peek (dNBg) en schrijver dezes. Meer info en aanmelding op: https://www.spui25.nl/gedeelde-content/evenementen/evenementen/2019/09/wat-er-op-het-spel-staat.html

Afbeeldingen: 1. Gorbatsjov en Reagan tijdens hun eerste ontmoeting in Genève in 1985; 2. Gorbatsjov, staande naast DDR-leider Erich Honecker, kijkt op zijn horloge tijdens een parade voor het 40-jarig bestaan van de DDR, kort voor de val van de Muur in 1989; Gorbatsjov aan het eind van de tv-toespraak waarmee hij aftrad, op 25 december 1991.

2 gedachten over “Het sombere testament van Michail Sergejevitsj

Voeg uw reactie toe

  1. Correctie halverwege interessant betoog:

    Gorbatsjov huldigt ook de uit Moskou wel vaker gehoorde stelling dat het een inbreuk was op de beloften die het Westen aan het eind van de Koude Oorlog had gedaan, met name dat de Navo niet verder naar het Westen zou worden uitgebreid.

    Dat moet m.i. zijn: ‘niet verder naar het oosten zou worden uitgebreid’.

    Merkwaardig dat het abusievelijk verwisselen van oosten/westen wel voorkomt, maar nooit noorden/zuiden.

    Vriendelijke groet, Frans Stoks

    Like

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑