Stalin dood, de angst gebleven

(20-5-2018)

Nu ik de film gezien heb, begrijp ik beter waarom de autoriteiten in Rusland hem voor vertoning in hun land verboden hebben. Want The death of Stalin van Armando Iannucci is niet de farce die ik verwacht had – afgaande op de trailer. Zeker, er valt veel te lachen. Maar de humor steekt toch voor een groot deel in de werkelijke historische situatie rond Stalins overlijden in 1953, waarvan we het een en ander weten. De verlammende angst die de Sovjet-leider tot in zijn directe omgeving – het Politburo – wist op te roepen, zorgde er bijvoorbeeld voor dat bijna een dag lang niemand durfde te gaan kijken, toen de leider om onduidelijke redenen zijn kamer in de datsja niet uitkwam. En omdat Stalin in de voorgaande maanden juist de voornaamste Kremlin-dokters had laten oppakken – op verdenking van plannen tot moord op de leider – duurde het ook nog ruim een dag voordat iemand er een dokter bij durfde halen. 

Als je niet beter zou weten, zou je zeggen dat de scenarioschrijvers van The death of Stalin – die zich overigens hebben gebaseerd op een Franse bande dessiné – het wel erg bont hebben gemaakt met de historische werkelijkheid. Maar het meeste is historisch juist in de film: dat Politburo-lid en minister van buitenlandse zaken Vjatsjeslav Molotov bijvoorbeeld overloopt van liefde voor en trouw aan Stalin, terwijl zijn vrouw Polina al jaren als politieke gevangene in het kamp zit, bijvoorbeeld. Of dat Lavrentia Beria, als hoofd van de politieke politie als geen ander verantwoordelijk voor willekeurige arrestaties, martelingen en executies, zich na Stalins dood ontpopt als de grote liberaal die aan het onrecht een eind zal maken, als strategie om zelf de machtigste man te worden. Nikita Chroesjtsjov en de andere leden van het Politburo hebben echter een beter idee: zij laten Beria vermoorden. 

De dood van Stalin was natuurlijk niet het einde van de Sovjet-Unie, en de grondlijnen van de door hem ontworpen staat zouden nog zo’n veertig jaar blijven bestaan – achteraf heel vreemd eigenlijk, als je erover nadenkt. Maar 1953 was in veel opzichten een zegen. Er zijn goede redenen om aan te nemen dat Stalin een nieuwe, grootscheepse terreurcampagne in de zin had, waarbij die van het jaar 1937 – het ‘exces binnen het exces’, om met Alec Nove te spreken – kinderspel geweest zou zijn. De ‘gewone’, wat minder intensieve terreur die er onder Stalin sinds 1928 eigenlijk altijd was, droeg sinds de zogeheten ‘anti-kosmopolitisme-campagnes’ van 1948 steeds meer een anti-joods karakter, en ook de artsen die in 1952 gearresteerd waren, waren zeker niet toevallig joods. Er zijn wel redenen om te denken dat, als Stalin niet in 1953 de geest had gegeven, de Twintigste Eeuw niet één Holocaust zou hebben gekend, maar twee.

Dat The Death of Stalin zich bijna geheel binnen de Sovjet-elite afspeelt, is zeer terecht, want daar heeft het drama zich ook afgespeeld. Nadat Beria een kopje kleiner was gemaakt, besloten de resterende Sovjet-leiders dat één ding volstrekt zeker moest zijn: voortaan zouden zij zelf er zeker van zijn dat zij in bed konden sterven. En daar hebben zee zich ook aan gehouden, ad absurdum bijna: nadat in 1964 Chroesjtsjov door zijn collegae was afgezet, mocht hij blijven leven als houthakkende pensionado en daarna bleven alle leiders – als secretaris-generaal van de partij en vaak ook president – op hun post totdat ze er dood bij neervielen. De USSR wekte daardoor, tot aan het aantreden van de relatief jonge Michail Gorbatsjov in 1985, bepaald de indruk van een gerontocratie.

De Sovjet-Unie was na 1953 natuurlijk geen rechtstaat, maar een dictatuur die tegenspraak genadeloos onderdrukte en die bovendien manu militari  ingreep wanneer een van de bloklanden in Oost-Europa zich probeerde te emanciperen van het na 1945 opgelegde Sovjet-model. Het valt echter niet te ontkennen dat de Sovjet-staat na 1953 wat vriendelijker en menslievender voor de eigen bevolking werd. Elders in de communistische wereld hebben lieden als Mao, Pol Pot of Enver Hoxha de stalinistische terreur en paranoia laten herleven, maar in de Sovjet-Unie zelf is dat niet meer gebeurd. In zekere zin kun je dus waardering hebben voor de mannen die je in deze film zo grappig ziet blunderen en tegen elkaar samenzweren – zij kenden uit eigen ervaring maar één soort terreur-staat, waarin ze bovendien zelf naar de top waren opgeklommen, en toch stond het voor hen vast dat het zó nooit meer mocht worden.

Des te treuriger dus dat anno 2018, in het Rusland van Vladimir Poetin, een film als deze niet vertoond mag worden – onder het mom dat hij beledigend is voor de Russische natie, wat niet zo is. Poetin is geen neo-stalinist, maar een grondig démasqué van het stalinisme gaat de huidige leiding in het Kremlin duidelijk te ver. Liever buigt men de herinnering eraan om in een – deels anachronistisch – loflied op de sterke staat die onder Stalin een feit zou zijn geweest, waarbij een sterk gestileerde lezing van de overwinning op Nazi-Duitsland nuttige diensten bewijst.

En ook angst en intimidatie als regeermethoden zijn in het Rusland van nu niet verdwenen. Dat viel me op toen ik gisteren, 5 mei, op de televisiezender Nastojasjeje Vremja – dat is de tv-afdeling van Radio Liberty – keek naar een direct verslag van de demonstraties die in Moskou en St.Petersburg plaatsvonden onder de anti-Poetin-slogan “On nam nje tsar’ (Voor ons is hij de tsaar niet). Hieronder een link naar vier uur uit die reportage. De rebelse politicus Aleksej Navalny had tot die betogingen opgeroepen – volgens de organisatoren hebben ze in negentig steden plaatsgevonden en zijn er door de politie zo’n duizend aanhoudingen bij verricht.

Als het allemaal niet zo treurigstemmend was over de stand van zaken in Rusland, zou je deze reportage misschien als een komedie kunnen zien. Een paar honderd, over het algemeen jeugdige demonstranten laat weten dat zij Poetin, die deze week weer voor zes jaar wordt geïnaugureerd als president, niet als hun ‘tsaar’ willen zien. Het gezag stuurt daar een tot de tanden bewapend legertje oproerpolitie (de Omon) op af. Onbedoeld grappig is de manier waarop de agenten, elkaar bij de schouder vasthoudend als een rij eendjes, de menigte inlopen om arrestaties te kunnen verrichten. Ook een paar kinderen en een van de tv-verslaggevers moeten het daarbij ontgelden, net als Navalny zelf. 

Het tv-station heeft in Moskou, naast de reporter op het Poesjkin-plein waar de demonstranten zich verzamelen, nog een tweede verslaggever gestationeerd in de Tver-straat. De demonstranten zijn namelijk van plan om die af te lopen, in de richting van het Kremlin, maar het politieoptreden verhindert dat. De tweede verslaggever gaat in arren moede dan maar voorbijgangers interviewen over de demonstratie, maar dan blijkt alras dat zich in de straat voornamelijk onduidelijke, agressieve mannen ophouden – kennelijk aanwezig als knokploeg voor het geval dat.

De verslaggever in St.Petersburg, waar het zo te zien een beetje geciviliseerder toegaat dan in Moskou, vraagt jeugdige demonstranten of zij niet bang zijn, gezien de draconische straffen die tegenwoordig worden uitgesproken tegen deelnemers aan niet-geautoriseerde demonstraties. Ja ze zijn bang, geven die grif toe. Maar ze vinden dat het moet, voor Rusland. De stalinistische terreur moge verdwenen zijn – de angst voor wat er gebeurt als je je mening uit, is gebleven.

The Death of Stalin draait sinds deze week in Nederlandse bioscopen.

Vier uur uit de tv-reportage over de demonstraties op 5 mei is HIER te vinden.

Afbeelding boven: Malenkov, Chroesjtsjov en Beria radeloos naast het zieltogende lichaam van Stalin – still uit de genoemde film. Afbeeldingen onder: de ‘echte’ begrafenis van Stalin; portret van ‘tsaar’ Poetin – uit een video van Navalny. 

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑